4.1 Waarnemen

Hoofdstuk 4:  Waarnemen en Reageren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4:  Waarnemen en Reageren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welke prikkels komen er op je af als je een filmpje kijkt?

Slide 3 - Open vraag

Start hoofdstuk 4: het zintuigstelsel (boek B)

Startopdracht:
Maak opdracht 2 en 3 van paragraaf 4.1 
Lees als je klaar bent vast de theorie op blz. 9, 11 en 13.




timer
4:00

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 4.1 
Eindexamen:
Je kunt uitleggen dat prikkels uit de omgeving door zintuigen omgezet worden in impulsen die naar het centraal zenuwstelsel geleid worden, waardoor waarneming kan plaatsvinden: drempelwaarde, adequate prikkel, gewenning, motivatie

Slide 5 - Tekstslide

Zintuigen
Welke 5 zintuigen heb je?

Slide 6 - Tekstslide

Een prikkel
Prikkels: Alle veranderingen in je omgeving waar je op kan reageren. 

- Inwendige prikkels: uit je eigen lichaam

- Uitwendige prikkels: van buitenaf

Slide 7 - Tekstslide

Adequate prikkel

Een prikkel waar het zintuig gevoelig voor is, heet een adequate prikkel voor dat zintuig.


               Maak opdracht 5 op blz. 10
timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Prikkels en impulsen
Een prikkel is een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig.

In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls

Slide 9 - Tekstslide

Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit: zenuwen, ruggenmerg en hersenen.

De hersenen en het ruggenmerg heten samen het centraal zenuwstelsel.

Alles wat je lichaam doet wordt geregeld door het zenuwstelsel.

Slide 10 - Tekstslide

Drempelwaarde
Drempelwaarde: de minimale sterkte van een prikkel waar een zintuig op reageert.

Gewenning: als een prikkel lang duurt, dan reageert een zintuig niet meer.
  
Motivatie: kan de drempelwaarde verlagen. 

                 Overleg met elkaar en bedenk een                           voorbeeld bij gewenning en motivatie.

timer
1:30

Slide 11 - Tekstslide

Maken
Zie itslearning

timer
8:00

Slide 12 - Tekstslide

Extra oefening

Slide 13 - Tekstslide

Wat voor prikkels zijn dorst en geluid?
A
Dorst een inwendige en geluid een uitwendige
B
Dorst een uitwendige en geluid een inwendige
C
Beide zijn inwendige prikkels
D
Beide zijn uitwendige prikkels

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een adequate prikkel?
A
De prikkel waar een zintuig niet op reageert
B
Een prikkel die steeds maar doorgaat.
C
De minimale sterkte van een prikkel
D
De prikkel waar een zintuig op reageert

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de adequate prikkel van je tastzintuig?
A
Aanraking
B
Druk
C
Koude
D
Warmte

Slide 16 - Quizvraag

Een adequate prikkel voor het gezichtszintuig is:
A
licht
B
geur
C
kou
D
warmte

Slide 17 - Quizvraag

Zet in de juiste volgorde!
hersenen
zenuw
impuls
zintuig
prikkel
waarneming

Slide 18 - Sleepvraag

Heeft de neus van een hond een hogere of een lagere drempelwaarde dan jouw neus?
A
Hij is gevoeliger dus een hogere drempelwaarde
B
Hij is minder gevoelig dus een hoger drempelwaarde
C
Hij is gevoeliger dus een lagere drempelwaarde
D
Hij is minder gevoelig dus een lagere drempelwaarde

Slide 19 - Quizvraag

Als je in deze flat woont, hoor je het verkeer op een gegeven moment niet meer.
Hoe komt dat?
A
Drempelwaarde is te hoog
B
Er ontstaat gewenning
C
Motivatie om het te horen is te laag
D
Zintuig wordt slechter

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video