the beginning

the beginning
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

the beginning

Slide 1 - Tekstslide

Hello, my name is.......
My name is.....

I am .....
I live in ....
I drive to my work.



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Afspraken
  • Komt rustig binnen en leg je spullen op de hoek van je tafel (etui, werkboek en schrift)
  • Respectvol met elkaar omgaan - Hand opsteken
  • Luisteren naar anderen
  • Geen kauwgum in de klas
  • Geen toilet bezoek tijdens de les
  • Aan het einde van de les ruim je alles netjes op en schuif je je stoel weer aan

Slide 4 - Tekstslide

schrift
  • (+) betekent -bevestigende    zin
  • Een bevestigende zin is een zin waarin een verklaring wordt afgelegd of iets wordt bevestig
  • (-) betekent -ontkennende zin
  • (?) betekent -vragende zin
Ex. = exercise betekent oefening
p. = page betekent bladzijde, pagina
hw = huiswerk

Slide 5 - Tekstslide

The book

Slide 6 - Tekstslide

Bridging the gap

Slide 7 - Tekstslide

Present Simple
  • fact
  •  Verb/ Verb+s
  • do/does

Slide 8 - Tekstslide

Present Simple
          +
          -
            ?
I, we, you, they
verb
don't  +  v
Do...v?
he, she, it
verb +s
doesn't+ v
Does..v?
I (to work) work. I don't work. Do I work?
Tom (to work) works. Tom doesn't work. Does Tom work?
Always, often, never, sometimes, every day...- fact

Slide 9 - Tekstslide

exception
to be=                        


I
you
he
she
it
we
you
they

Slide 10 - Tekstslide

Ex. 4p.17

Slide 11 - Tekstslide

Present contiNUous 
I - am + studyING
you - are + playING
he/she/it - is + readING
we - are + singING
you - are + annoyING
they - are + enjoyING 
past 
now
future

Slide 12 - Tekstslide

Rules:
het onderwerp + am/is/are + werkwoord + ing

herkenbaar in de zin door: right now, at this moment, now, currently 

Slide 13 - Tekstslide

We ... the dishes right now
(to do)
A
are doing
B
was doing
C
are do
D
was do

Slide 14 - Quizvraag

He ... in the Alps this weekend
A
is skied
B
was skiing
C
was skied
D
is skiing

Slide 15 - Quizvraag


What are they doing?
A
They are kiss.
B
They are kissing.
C
They is kissing
D
Them is kissing.

Slide 16 - Quizvraag

She ... her bag all by herself as we speak.
(to carry)
A
is carrying
B
was carried
C
was carrying
D
is carry

Slide 17 - Quizvraag

I ... a book for school right now.
(to read)
A
am read
B
am reading
C
was read
D
was reading

Slide 18 - Quizvraag

Some, any
Some/any

Slide 19 - Tekstslide

Some/any: basisregel
'Some': positieve/bevestigende zinnen
I have some money.


'Any': negatieve/ontkennende zinnen en vraagzinnen
I don't have any money.
Do you have any money?


Slide 20 - Tekstslide

We have ___ apples.
A
some
B
any

Slide 21 - Quizvraag

Did you see ___ good films this weekend?
A
some
B
any

Slide 22 - Quizvraag

There are ___ candies in my bag.
A
some
B
any

Slide 23 - Quizvraag

We don't have ___ bread.
A
some
B
any

Slide 24 - Quizvraag

Do you have ___ pets?
A
some
B
any

Slide 25 - Quizvraag

Some/any: uitzonderingen
'Some': als je ergens om vraagt of een aanbod doet en een positief antwoord verwacht
Can I have some water, please?
Would you like some tea?

'Any': bij 'never', 'hardly', 'without'
He never has any time.
She passed the test without making any mistakes.

Slide 26 - Tekstslide

Can I borrow ___ money?
A
some
B
any

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide