Grammatica H4 - Congruentie + inversie

Deze les
Grammatica H4: congruentie + inversie

Aan het eind van de les:
  • kun je congruentie herkennen;
  • kun je inversie herkennen.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deze les
Grammatica H4: congruentie + inversie

Aan het eind van de les:
  • kun je congruentie herkennen;
  • kun je inversie herkennen.

Slide 1 - Tekstslide

Congruentie
In zinnen komt de persoonsvorm in persoon en getal overeen met het onderwerp: congruentie. Dit houdt in dat bij een enkelvoudig onderwerp een enkelvoudige persoonsvorm hoort. 
  • VB: Ik loop naar school. / Wij lopen naar school. 

Als persoonsvorm en getal niet overeenkomen: incongruentie.

Meestal is dit niet moeilijk, maar er zijn een paar lastige gevallen, zie volgende dia's.


Slide 2 - Tekstslide

Deze antibiotica werkt niet bij mij.
A
Fout
B
Goed

Slide 3 - Quizvraag

Op de heuvel loopt een kudde bruine schapen rustig te grazen.
A
Fout
B
Goed

Slide 4 - Quizvraag

Hebben de politie te weinig personeel om kleine inbraken op te lossen?
A
Fout
B
Goed

Slide 5 - Quizvraag

Gisteren bezochten een klas brugklassers de oude molen bij Windesheim.
A
Fout
B
Goed

Slide 6 - Quizvraag

Tegenwoordig is op alle dancefeesten allerlei synthetische drugs te koop.
A
Fout
B
Goed

Slide 7 - Quizvraag

Inversie
In veel zinnen staat het onderwerp op de eerste plaats in de zin, vóór de persoonsvorm: (OP)
VB: Iedereen (ow) / verlangt (pv) / naar het leuke weekend.

Als in een zin het onderwerp achter de persoonsvorm staat > inversie (PO). VB: Naar het het leuke weekend / verlangt (pv) / iedereen (ow).

Slide 8 - Tekstslide

De finale van Wie is de mol ga ik zeker kijken.
A
geen inversie
B
inversie

Slide 9 - Quizvraag

Met carnaval gaan alle Maastrichtenaren verkleed de straat op.
A
geen inversie
B
inversie

Slide 10 - Quizvraag

John wil morgen op vakantie.
A
geen inversie
B
inversie

Slide 11 - Quizvraag

Huiswerk
Maken:
  • Grammatica (Zinsdelen) H4:
opdr. 1, 2, 3.




Slide 12 - Tekstslide