Les 6.3 Zuren en basen in water

Les 6.3 Zuren en basen in water
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 6.3 Zuren en basen in water

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Nakijken opgaven 8 t/m 11 (blz 146)
  • Les 6.3 Zuren en basen in water
  • Maken opgaven

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken 8 t/m 11 (blz 149)

Slide 3 - Tekstslide

8
  • a) Bij het opendraaien van de fles valt de druk in de fles weg. Het gas is niet langer samengeperst, waardoor de [CO2(g)] lager wordt. Hierdoor verschuift het evenwicht naar rechts en neemt de [CO2(aq)] ook af. Daardoor ontsnapt er gas uit de oplossing en zie je belletjes ontstaan.
  • b) Als je de dop wel op de fles terugdraait, ontsnapt er net zolang CO2 uit de frisdrank tot voldoende druk is opgebouwd om een nieuw evenwicht in te stellen. Wanneer je de dop niet op de fles draait, kan alle CO2 uit de fles ontsnappen en loopt het evenwicht af naar rechts. De concentratie CO2 in de lucht is namelijk erg laag.

Slide 4 - Tekstslide

9

Slide 5 - Tekstslide

10
  • A

Slide 6 - Tekstslide

11a

Slide 7 - Tekstslide

11a

Slide 8 - Tekstslide

11a
  • b) O2(aq) ⇄ O2(g)
     
  • c) Als de oplosbaarheid van zuurstof in water afneemt, verschuift het evenwicht naar rechts. Bij een temperatuurstijging verschuift het evenwicht naar de endotherme kant. Rechts is dus de endotherme kant van het proces. Dat betekent dat het proces naar links, het oplossen, exotherm is. Het oplossen van zuurstof is dus een exotherm proces.

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen 6.3 Zuren en basen in water
  • Je kunt een zuur-basereactie herkennen als een reactie waarbij H+-ionen worden overgedragen van een zuur naar een base.
  • Je kunt de reactievergelijking opstellen van het ioniseren in water van zuren en basen.
  • Je kunt de zuurgraad van een oplossing in verband brengen met de aanwezigheid van OH-ionen of H+-ionen.

Slide 10 - Tekstslide

Eigenschappen van zuren
  • Zuren zijn meestal moleculaire stoffen
Fasetoestand (bij 20 °C) verschilt per zuur:
  • Fosforzuur: vast
  • Salpeterzuur & zwavelzuur: vloeibaar
  • Waterstofchloride: gasvormig


Slide 11 - Tekstslide

Gedrag van zuren in water
Een zuur kan een H⁺-ion afstaan
In water ontstaat een zure oplossing:
  • Vorming van H₃O⁺ (vereenvoudigd als H⁺)
  • Vorming van een zuurrestion (bijv. Cl⁻ bij HCl)

Slide 12 - Tekstslide

ionisatie
Ionisatie: proces waarbij zuren in oplossing ionen vormen


  • vereenvoudigd: HCl(g) → H⁺(aq) + Cl⁻(aq)

  • waterstofchlordide: HCl
  • zoutzuur (oplossing van waterstofchloride): H+ + Cl- (en H2O)



Slide 13 - Tekstslide

Soorten zuren
Eénwaardig zuur: 1 H⁺ per molecuul (afstaan)
  • Voorbeeld salpeterzuur: HNO₃ → H⁺ + NO₃⁻
Tweewaardig zuur: twee H⁺ per molecuul (afstaan)
  • Voorbeeld zwavelzuur H₂SO₄ → 2 H⁺ + SO₄²⁻
Drie waardig zuur: drie H⁺ per molecuul (afstaan)
  • Voorbeeld fosforzuur H₃PO₄ → 3 H⁺ + PO₄³⁻



Slide 14 - Tekstslide

Bijzonder geval: Koolzuur
  • Instabiel zuur

  • Ontleedt in water en koolstofdioxide:
  • H₂CO₃(aq) ⇄ H₂O(l) + CO₂(aq)





Slide 15 - Tekstslide

Zuren, belangrijk!

  • Elke zure oplossing bevat H⁺-ionen
  • Hoe hoger de H⁺-concentratie, hoe zuurder de oplossing







Slide 16 - Tekstslide

Organische zuren
  • Organische zuren = carbonzuren, bevatten een –COOH-groep (carboxylgroep)
  • Methaanzuur (HCOOH (l)) is het eenvoudigste organische zuur
  • Ook bekend als mierenzuur, komt voor bij mieren en brandnetels


  • Ionisatie van organische zuren: Alleen het H-atoom van de –COOH-groep wordt als H⁺ afgesplitst.



Slide 17 - Tekstslide

Organische zuren
Als je een organisch zuur oplost in water, ontstaat een chemisch evenwicht:
  • Organische zuren ioniseren slechts gedeeltelijk


                        of vereenvoudigd: HCOOH(aq) ⇄ H+(aq) + HCOO(aq)
  • Het evenwicht ligt hier naar links: dat wil zeggen lage concentratie H⁺-ionen en HCOO ionen



Slide 18 - Tekstslide

Dit was alles over zuren, zijn er vragen? 

Slide 19 - Tekstslide