Present perfect 2H

Grammar chapter 2
Today's lesson:

1. When to use the present perfect
2. How to use the present perfect
3. Examples of the present perfect
4. Practice with the present perfect
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Grammar chapter 2
Today's lesson:

1. When to use the present perfect
2. How to use the present perfect
3. Examples of the present perfect
4. Practice with the present perfect

Slide 1 - Tekstslide

Present perfect
Je gebruikt de present perfect wanneer iets in het verleden is gebeurd, maar nog steeds een connectie heeft met het heden. 

I have eaten too many cookies, so I feel sick now.

Je hebt in het verleden te veel koekjes gegeten en bent toen gestopt met eten, maar het effect is in het nu zichtbaar (je bent er ziek van).

Slide 2 - Tekstslide

Present perfect
Je gebruikt de present perfect OOK wanneer gebeurtenissen in het verleden tot nu nog doorgaan.

I have lived in Leusden since I was 4 years old.

Je woonde al in Leusden toen je 4 jaar was MAAR je woont er nog steeds. (Het gaat tot nu toe nog door).

Slide 3 - Tekstslide

Present perfect
Hoe maak je de present perfect?

Stap 1: je kiest have of has (ligt aan het onderwerp)

Stap 2: regelmatig werkwoord --> werkwoord +ed
Onregelmatig werkwoord --> 3e rijtje oww lijst

Slide 4 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden hebben een unieke vorm. Je vindt ze op pagina 213, 214 en 215 in je boek.

I have had a headache for two weeks now.
He has eaten too much.

Slide 5 - Tekstslide

Examples
You have done nothing all day, so you're relaxed.

She has been at home since 3 o'clock.

I have recently bought a house.

Henry has walked the dog, so the dog is quiet now.


Slide 6 - Tekstslide

Signaal woorden
For 
Yet
Never
Ever

I have lived in Leusden since I was 4 years old.
Philip has had a headache for two weeks now.
Just
A
lready 
Since / so far
Zitten deze woorden in de zin? Dan gebruik je altijd de present perfect!  

Slide 7 - Tekstslide

My grandfather ___ (to love) watching tv since he was a little kid.
A
had loved
B
has loved
C
had love
D
have loved

Slide 8 - Quizvraag

Gerrit ___ (to want + always) a big house ever since he had a job.
A
had always want
B
have always wanted
C
has always want
D
has always wanted

Slide 9 - Quizvraag

Melissa and Rob ___ (to listen + never) to rock music.
A
have never listened
B
had never listen
C
has never listened
D
have never listen

Slide 10 - Quizvraag

I ___ (to be) to many countries in my life.

Slide 11 - Open vraag

We ___ (to see) many weird things on the road.

Slide 12 - Open vraag

They ___ (to celebrate) Ken's promotion at work since yesterday evening.

Slide 13 - Open vraag

John ___ (to do) his homework for the first time in his life.

Slide 14 - Open vraag

Practice

Do exercises 28 t/m 31.

Study the irregular verbs list on page 213, 214 and 215.
The 3rd row is the past participle.

Slide 15 - Tekstslide