H 4.1 Rekenen

KOSTPRIJS
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

KOSTPRIJS

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt afronden.
Je weet wat productiekosten zijn.
Je weet wat winst is.
Je weet hoe je productiekosten berekent.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Afronden op twee cijfers (decimalen) achter de komma.
5,549 wordt
A
5,44
B
5,56
C
5,55
D
6,00

Slide 4 - Quizvraag

Afronden op twee cijfers achter de komma.
8,2398 wordt
A
8,24
B
8,50
C
8,25
D
8,26

Slide 5 - Quizvraag

Afronden op twee cijfers achter de komma.
9,995111 wordt
A
9,99
B
10,00
C
9,50
D
9,95

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Winst

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Video

Kostprijs berekenen
Kostprijs per product= alle kosten : aantal producten

Slide 10 - Tekstslide

Productiekosten
Productiekosten
Alle kosten die je maakt bij het produceren.
Kostprijs per product
Alle productiekosten : aantal producten
Dus: € 19,20 : 12 = € 1,60 kost 1 smoothie
  • De productiekosten voor het maken van 12 smoothies bedragen € 19,20.
  • Wat is de kostprijs per smoothie?

Slide 11 - Tekstslide

Geef een voorbeelden van productiekosten ?

Slide 12 - Open vraag

Wat is een voorbeeld van productiekosten?
A
Kosten voor personeel
B
Kosten voor grondstoffen
C
Kosten voor energie
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 13 - Quizvraag

Yara heeft 6 stoelen gemaakt. De productiekosten waren €450,-. Wat is de kostprijs per stoel?
A
€100,-
B
€75,-
C
€2700,-
D
€45,-

Slide 14 - Quizvraag

Productiekosten

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Maak som 1 tm 12 online in Pincode.
Leer de worden van blz. 165 in je boek.

Slide 16 - Tekstslide