Inverzekeringstelling

Inverzekeringstelling
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Inverzekeringstelling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
Na deze les:
Ken je de (eerste) onderdelen van vrijheidsbeneming 
Ken je het begrip Inverzekeringstelling
Ken je de voorwaarden van dit begrip.
Kun je dit begrip toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij over inverzekeringstelling?

Slide 3 - Woordweb

Opdracht:
Lees de artikelen (53, 54), 56A, 56B, 57, 58 en 65A.

Geef weer (bv in een schema) hoe de eerste onderdelen van vrijheidsbenemening van de verdachte uitziet. Zet deze op volgorde.

Schema gaan we bespreken.

Slide 4 - Tekstslide

Art. 56A SV: Ophouden voor onderzoek:
1 Nadat de aangehouden verdachte aan de hulpofficier van justitie of de officier van justitie is voorgeleid, kan deze bevelen dat de verdachte wordt opgehouden voor onderzoek dan wel in vrijheid wordt gesteld. De hulpofficier van justitie kan voorts beslissen om de verdachte onverwijld voor te geleiden aan de officier van justitie.

2 De verdachte van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten kan ten hoogste negen uur worden opgehouden voor onderzoek; de verdachte van een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis niet is toegelaten ten hoogste zes uur. De tijd tussen middernacht en negen uur ’s morgens wordt voor de berekening van deze termijnen niet meegerekend. De ophouding vindt plaats in het belang van het onderzoek.
3Voor het einde van de periode, bedoeld in het tweede lid, of zoveel eerder als het onderzoek dat toelaat, wordt de verdachte in vrijheid gesteld of in verzekering gesteld.

.



Slide 5 - Tekstslide

Art. 57 SV: IVS (1)
1 De officier van justitie of de hulpofficier voor wie de verdachte wordt geleid, of die zelf de verdachte heeft aangehouden, kan, na hem verhoord te hebben, bevelen dat hij tijdens het onderzoek ter beschikking van de justitie zal blijven en daarvoor op een in het bevel aangeduide plaats in verzekering zal worden gesteld. Inverzekeringstelling vindt plaats in het belang van het onderzoek, waaronder mede wordt verstaan het belang van het aan de verdachte in persoon uitreiken van mededelingen over de strafzaak.

2De verdachte is bevoegd zich bij het verhoor door een raadsman te doen bijstaan. De raadsman wordt bij het verhoor in de gelegenheid gesteld de nodige opmerkingen te maken.




Slide 6 - Tekstslide

Art. 57 SV: IVS (2)
3 Van het verhoor wordt proces-verbaal opgemaakt door de officier of de hulpofficier die het bevel verleent. Dit proces-verbaal wordt bij de processtukken gevoegd.

 
4 De hulpofficier geeft van zijn bevel onverwijld kennis aan de officier van justitie.

5 Zodra het belang van het onderzoek dit toelaat, gelast de officier van justitie de invrijheidstelling van de verdachte. Indien het onderzoeksbelang nog slechts bestaat uit het uitreiken aan de verdachte in persoon van een mededeling over de strafzaak, wordt deze mededeling zo spoedig mogelijk uitgereikt en de verdachte daarna in vrijheid gesteld.

Slide 7 - Tekstslide

Art. 58 SV:
1 Het bevel tot inverzekeringstelling wordt slechts verleend in geval van een strafbaar feit waarvoor voorloopige hechtenis is toegelaten.

2 Het bevel tot inverzekeringstelling is slechts gedurende ten hoogste drie dagen van kracht. Bij dringende noodzakelijkheid kan het bevel door de officier van justitie eenmaal voor ten hoogste drie dagen worden verlengd.
3 Zodra het belang van het onderzoek dit toelaat, gelast de hulpofficier de invrijheidstelling van de verdachte. In het andere geval stelt hij de officier van justitie voor de inverzekeringstelling te verlengen. De officier van justitie kan bevelen dat de verdachte ten einde te worden gehoord voor hem wordt geleid.

Slide 8 - Tekstslide

Art. 56B SV: ophouden ter identificatie
1 Indien de identificatie van de aangehouden verdachte van een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis niet is toegelaten, niet binnen de in artikel 56a, tweede lid, bedoelde termijn kan worden afgerond, kan die termijn op bevel van de hulpofficier van justitie of de officier van justitie voor wie de verdachte is geleid eenmaal met ten hoogste zes uur worden verlengd.

............
.................

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht:
Lees per leerteam artikel 57 en 58 van het  Wetboek van Strafvordering nog eens goed door.

Daarna doen we de quiz.....per leerteam logt 1 persoon in!

Slide 11 - Tekstslide

Wie mag de verdachte Inverzekering stellen?
A
De opsporingsambtenaar.
B
de HOVJ.
C
de OVJ.
D
De HOVJ en de OVJ.

Slide 12 - Quizvraag

Hoe lang duurt Inverzekeringstelling maximaal ?
A
3x 24 uur..
B
3x 24 uur evt verlengd met 3x 24 uur.
C
9 uur.
D
6 uur.

Slide 13 - Quizvraag

Zet in de goede volgorde:
A
Aanhouden-ophouden voor onderzoek - inverzekeringstelling.
B
Ophouden voor onderzoek - inverzekeringstelling - aanhouding.
C
Aanhouden - inverzekeringstelling - ophouden voor onderzoek .

Slide 14 - Quizvraag

Wie mag de inverzekeringstelling verlengen?

Slide 15 - Open vraag

Wat zijn de gronden voor inverzekeringstelling? Aan welke voorwaarden moet worden voldaan?
A
Onderzoeksbelang en ernstige bezwaren.
B
VH feit en ernstige bezwaren.
C
Onderzoeksbelang en VH feit samen.
D
Heterdaad en ernstige bezwaren.

Slide 16 - Quizvraag

Hoe kun je achterhalen of een bepaald strafbaar feit een VH feit is?

Slide 17 - Open vraag

Waarom is het belangrijk om te weten of een bepaald strafbaar feit een VH feit is?

Slide 18 - Open vraag

En de winnaar is:

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
Na deze les:

Ken je de onderdelen van vrijheidsbeneming 
Ken je het begrip Inverzekeringstelling
Ken je de voorwaarden van dit begrip.
Kun je dit begrip toepassen.
Hoe heb je geleerd? 

 Wat kon anders of beter?

Slide 20 - Tekstslide