indampen en destilleren

Leerdoelen
Na de les kan je...
  • belangrijke termen benoemen van indampen en destilleren.
  • uitleggen wanneer je indampen en destilleren toepast.
  • indampen en destilleren toepassen op processen.


1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Na de les kan je...
  • belangrijke termen benoemen van indampen en destilleren.
  • uitleggen wanneer je indampen en destilleren toepast.
  • indampen en destilleren toepassen op processen.


Slide 1 - Tekstslide

Indampen
Scheidingsmethode: Indampen

Stofeigenschap: verschil in kookpunt
(stof met lager kookpunt verdampt)

Soorten mengsels: Oplossingen (meestal
vaste stof opgelost in vloeistof)

Slide 2 - Tekstslide

Indampen






De stof in het indampschaaltje noemen we het residu

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Toepassingen

Het winnen van zout met zoutvelden.

Het indikken van sappen om concentraat te maken.

In processen van de medische industrie

Slide 5 - Tekstslide

Destilleren
Scheidingsmethode: Destilleren

Stofeigenschap: verschil in kookpunt
(stof met lagere kookpunt verdampt)

Soorten mengsels: oplossingen (meestal
twee vloeistoffen)

 

Slide 6 - Tekstslide

Noties
De scheidingsmethode werkt beter met een 
groot verschil in kookpunt van de vloeistoffen.

Koelwater wordt toegebracht om de verdampte vloeistof te laten condenseren en terug te winnen. Wil je de vloeistof niet terugwinnen, dan kan je beter indampen. Dat is goedkoper.

Koelwater wordt onder de koeler toegevoegd, zodat het verschil van temperatuur zo groot mogelijk blijft.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Toepassingen

Proces om alcoholische dranken sterker te maken. (hoger alcohol percentage)

Scheiden van olie in verschillende bruikbare fracties van stoffen

Produceren van gedestilleerd water.






Slide 9 - Tekstslide

Opgaven om te oefenen
Indampen:
11, 12, 13, 14 & optioneel  uitdaging: 15

Destilleren
16, 17, 18, 20 & optioneel uitdaging: 19 en 21

Slide 10 - Tekstslide