VCA - Examenvragen Hoofdstuk 7 Elektriciteit
1 / 28
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Bij het koppelen van kabelhaspels gaat men voor de maximale stroom uit van de haspel die de grootste stroom kan voeren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
De huid heeft een bepaalde elektrische weerstand. Waardoor wordt deze elektrische weerstand minder?
A
Door transpiratie.
B
Door de huidskleur.
C
Door ouderdom.
Slide 3 - Quizvraag
Hendrik Lips heeft een boormachine. Het stopcontact dat Hendrik gebruikt is niet geaard. Om veilig te kunnen werken moet de boormachine dubbel geïsoleerd zijn. Welk pictogram moet er op de boormachine staan?
A
B
C
Slide 4 - Quizvraag
Hoe ontstaat statische elektriciteit?
A
Door het wegvloeien van elektrische stroom via de aardleiding.
B
Door wrijving tussen lucht, (vloei)stoffen, materialen en voorwerpen.
C
Door het openen van een elektrische installatie.
Slide 5 - Quizvraag
Je moet werken aan een elektrische installatie. De installatie mag niet onbedoeld onder spanning komen te staan tijdens het werken. Wie moet daarvoor zorgen?
A
Een ervaren medewerker.
B
Een bevoegd persoon.
C
De externe dienst voor technische controle.
Slide 6 - Quizvraag
John gaat buiten aan de slag met een boorhamer. Deze werkt op 230 V. Op het typeplaatje van de boorhamer staat onderstaand symbool. Het regent die dag. Kan John met deze hamer buiten werken?
A
Nee, dubbel geïsoleerd gereedschap is niet automatisch geschikt voor vochtige omstandigheden.
B
Ja, dit gereedschap is speciaal geschikt voor vochtige omstandigheden.
C
Ja, indien er een aardlekschakelaar is opgenomen in de voedende leiding.
Slide 7 - Quizvraag
John gaat buiten aan de slag met een boorhamer. Deze werkt op 230 V. Op het typeplaatje van de boorhamer staat onderstaand symbool. Het regent die dag. Kan John met deze hamer buiten werken?
A
Nee, dubbel geïsoleerd gereedschap is niet automatisch geschikt voor vochtige omstandigheden.
B
Ja, dit gereedschap is speciaal geschikt voor vochtige omstandigheden.
C
Ja, indien er een aardlekschakelaar is opgenomen in de voedende leiding.
D
Ja, dit gereedschap is dubbel geïsoleerd en mag daarom ook in vochtige omstandigheden gebruikt worden.
Slide 8 - Quizvraag
U wilt een elektrisch isolerende afscherming aanbrengen. Welk materiaal is het meest geschikt?
A
Rubber.
B
Hout.
C
Aluminium.
Slide 9 - Quizvraag
Vanaf welke stroomsterkte kan er hartfibrilatie optreden?
A
Vanaf 20 mA.
B
Vanaf 30 mA.
C
Vanaf 5 mA.
Slide 10 - Quizvraag
Waarom moet je een kabelhaspel (verlengkabel) altijd helemaal afrollen?
A
Om het ontstaan van elektromagnetische velden te voorkomen.
B
Om na te gaan of er geen breuken in de kabel zijn.
C
Om ongewenste warmteontwikkeling te voorkomen.
Slide 11 - Quizvraag
Waarom wordt bij elektrische geleiders isolatie gebruikt?
A
Om aanraking met elektriciteit te voorkomen.
B
Om beschadigingen te voorkomen.
C
Om de gevolgen van kortsluiting te beperken.
Slide 12 - Quizvraag
Wanneer moet een stalen steiger geaard worden?
A
Wanneer u werkt met vloeistofleidingen die mogelijk statisch geladen zijn.
B
Wanneer er een hoogspanningsmast in de buurt staat.
C
Wanneer er op de steiger gewerkt wordt met elektrisch handgereedschap (230 V).
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een maatregel tegen de gevaren van elektrocutie?
A
Een dodemansknop.
B
Een aardlekbeveiliging.
C
Een nulspanningsschakelaar.
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een risico van statische elektriciteit?
A
Statische elektriciteit kan leiden tot een vonkoverslag en dit kan eventueel een explosie veroorzaken.
B
Statische elektriciteit kent nagenoeg geen risico's.
C
Statische elektriciteit kan niet-geleidend materiaal doen ontbranden.
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het effect van de grootte van de stroomsterkte op het menselijk lichaam?
A
De grootte van de stroomsterkte heeft alleen invloed bij wisselstroom.
B
De grootte van de stroomsterkte heeft alleen invloed bij gelijkstroom.
C
De grootte van de stroomsterkte bepaalt in hoge mate het effect.
Slide 16 - Quizvraag
Wat is van invloed op de stroomsterkte bij stroomdoorgang door het lichaam?
A
De vochtigheidsgraad van de huid.
B
De kleding die iemand draagt.
C
De leeftijd van de persoon.
Slide 17 - Quizvraag
Wat moet je in onderstaande situatie doen?
A
Het beschadigd snoer zelf vervangen door een nieuw snoer en de klus af maken.
B
De boormachine aan de kant leggen en een andere boormachine gebruiken.
C
De boormachine niet meer gebruiken en de beschadiging melden aan de leidinggevende.
Slide 18 - Quizvraag
De grootte van de stroomsterkte door het menselijke lichaam wordt onder andere bepaald door de dikte en de vochtigheidsgraad van de huid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Door de dubbele isolatie van een dubbel geïsoleerd apparaat kunnen we hier veilig mee werken in vochtige omstandigheden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
In de normenbundel NEN1010 staan voorschriften voor bedienings- en onderhoudswerkzaamheden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
In de vlamboog die ontstaat bij een kortsluiting kunnen temperaturen tot maximaal 1000 graden Celsius optreden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
In een zwerfkast wordt elke groep beveiligd met een aardlekschakelaar van 300 mA.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Ongelukken met elektriciteit ontstaan vaak door ondeugdelijk materiaal of door menselijk gedrag.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Statische elektriciteit is voor de mens vaak ongevaarlijk.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Stromen van 0 tot 20 mA leiden tot brandwonden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Wisselspanning is gevaarlijker dan gelijkspanning omdat bij wisselspanning de kans op hartfibrilatie groter is.
A
Waar
B
Niet waar
