water tekort AK

 Is er voldoende water ?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 Is er voldoende water ?

Slide 1 - Tekstslide

Meditatie

Slide 2 - Tekstslide

Zoet water

Slide 3 - Tekstslide

Aantekening 
  1. Fysiek watertekort. Dat houdt in dat er te weinig nuttig neerslag is. 
  2. Economisch watertekort. Dan ontbreken waterleidingen en pompen om het wel aanwezige water gezuiverd bij de mensen te brengen.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe kan het dat we zoveel water gebruiken?

Slide 5 - Tekstslide

Aantekening
Virtueel water is water dat via de productie van onze consumptie goederen is verborgen in de producten. 

Voorbeeld: Water wordt gebruikt voor veevoer, veevoer wordt gegeven aan een koe, de koe wordt geslacht, wij eten de koe.


Slide 6 - Tekstslide

Watervoetafdruk

Slide 7 - Tekstslide

Hoe moet dat later?

Slide 8 - Tekstslide

Aantekening
Als we later iedereen van genoeg water willen voorzien moeten we:
  1. De vraag naar water verminderen.
  2. Het aanbod naar water vergroten.
  3. Virtuele waterstromen in de goede richting laten lopen. 
            

Slide 9 - Tekstslide

Wist je dat....
  • Een mens in zijn leven 75.000 liter water drinkt. 10 % daarvan is kraanwater.
  • Water dat je uit een fles koopt soms 1.000 keer duurder is dan kraan water.
  • 1 liter weggelekte olie 1 miljoen liter water ondrinkbaar kan maken.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is economisch watertekort?
A
Weinig nuttige neerslag
B
Slechte waterleiding en pompen
C
De overheid zorgt niet voor genoeg water

Slide 11 - Quizvraag

Blauw water is...
A
Grond en oppervlaktewater
B
Water voor vervuiling
C
Regenwater

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een manier om vraag naar water te verminderen
A
Vegetariër worden
B
Een hogere waterprijs
C
Hergebruik van afvalwater
D
Geboortebeperking

Slide 13 - Quizvraag

Opdracht 
Zet alle oplossingen van het woordweb in volgorde van het meest nuttig naar minst nuttig. Zet er ook bij waarom.

Slide 14 - Tekstslide

BINGO
je krijgt 2 minuten om de paragraaf door te nemen

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 
Ga na hoeveel water elk product verbruikt 
  • Vlees 
  • Suiker 
  • Chocola 
Je mag je boek niet gebruiken !!!!!

Slide 16 - Tekstslide