In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Perspectief
Iets van verschillenden kanten belichten.
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Lesdoelen
Na deze les weet je welke perspectieven schrijvers gebruiken in hun verhaal.
Kan jij met behulp van de tips het perspectief van jouw verhaal (leesboek) vaststellen?
Slide 2 - Tekstslide
Er is een ik-figuur die beschrijft wat hij meemaakt of heeft meegemaakt. De ik-figuur is tevens
de ik-verteller.
Er is een hij- of zij-figuur door wiens ogen je de gebeurtenissen meemaakt. Je hebt hier te maken
met een hij/zijverteller (= personale verteller)
De alwetende (auctoriale) verteller neemt niet deel aan de handeling en geeft commentaar op de gebeurtenissen.
Theorie (perspectief)
Een verhaal wordt altijd vanuit een bepaald perspectief (ooghoek/standpunt) verteld:
Ik perspectief (ik-verteller)
Personaal perspectief (hij/zij verteller)
Auctoriaal/alwetend perspectief (de alwetende verteller)
Wisselend perspectief (meerdere vertellers)
Slide 3 - Tekstslide
Er is een ik-figuur die beschrijft wat hij meemaakt of heeft meegemaakt. De ik-figuur is tevens
de ik-verteller.
Er is een hij- of zij-figuur door wiens ogen je de gebeurtenissen meemaakt. Je hebt hier te maken
met een hij/zijverteller (= personale verteller)
De alwetende (auctoriale) verteller neemt niet deel aan de handeling en geeft commentaar op de gebeurtenissen.
Slide 4 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Een sprookje is meestal verteld vanuit het:
A
alwetend perspectief
B
ik perspectief
C
ik heb geen idee
D
personaal perspectief (hij/zij)
Slide 5 - Quizvraag
Extra ter herinnering: sprookjes starten met: Lang lang geleden in een land hier ver ver vandaan ...
Slide 6 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Het dagboek van Anne Frank is:
A
Personaal perspectief
B
Ik perspectief
C
Alwetend perspectief
D
Ik heb geen idee
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Het boek Harry Potter wordt verteld vanuit een:
A
Alwetende verteller
B
Hij/zij perspectief
C
Ik perspectief
D
Ik heb geen idee
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Teksten
Als een boek je boeit, ga je meeleven met de personages. Je kunt je heel goed voorstellen wat een personage overkomt en hoe hij of zij zich voelt. Je leeft je in zijn/haar situatie in. We noemen dat identificatie.
Slide 10 - Tekstslide
Er is een ik-figuur die beschrijft wat hij meemaakt of heeft meegemaakt. De ik-figuur is tevens
de ik-verteller.
Er is een hij- of zij-figuur door wiens ogen je de gebeurtenissen meemaakt. Je hebt hier te maken
met een hij/zijverteller (= personale verteller)
De alwetende (auctoriale) verteller neemt niet deel aan de handeling en geeft commentaar op de gebeurtenissen.