COM w1 P3 G1BOG miscommunicaties
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is waarneembaar gedrag?
A
Gedrag wat je denkt
B
Gedrag wat je hoopt te zien
C
Gedrag wat je ziet
D
Gedrag objectief
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een sociaal netwerk?
A
Verzameling mensen met hun onderlinge relaties
B
De personen die je mee uit vraagt
C
Personen die klusjes voor je doen
D
Een sociaal netwerk zijn de mensen met wie je samen werkt
Slide 7 - Quizvraag
Wat is communicatie?
A
Een proces
B
Praten
C
Een overdracht
D
Informatie
Slide 8 - Quizvraag
waarom is het voor mensen belangrijk om een sociaal netwerk te hebben?
A
minder eenzaam en meer weerstand
B
minder eenzaam en meer rust
C
meer weerstand en rust
D
meer energie en meer weerstand
Slide 9 - Quizvraag
Wat is inlevingsvermogen hebben?
A
Het vermogen hebben om anderen te begeleiden.
B
Het vermogen hebben om op een goede manier te reageren op kinderen.
C
Kunnen invoelen van hoe iets voor iemand is.
D
Vertrouwen hebben in jezelf en anderen.
Slide 10 - Quizvraag
Een ander woord voor
'inlevingsvermogen' is
'inlevingsvermogen' is
A
empathie
B
antipathie
C
sympathie
D
ironie
Slide 11 - Quizvraag
Hoe zou je een benadering kunnen afstemmen op een zorgvrager?
