2.4 - Deel 1: bevolkingsgroei

de Nederlandse bevolking
1 / 14
volgende
Slide 1: Woordweb
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

de Nederlandse bevolking

Slide 1 - Woordweb

Waar of niet waar. De bevolking in Nederland krimpt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Leerdoelen
1. Of de bevolking in Nederland groeit of krimpt.

2. Hoe de Nederlandse bevolking kan groeien of krimpen.

3. Op welke manier de bevolking momenteel groeit of krimpt.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Op welke manieren kan de bevolking groeien of krimpen?

Slide 5 - Open vraag

Bevolking
Immigratie = Naar een land toe verhuizen

Emigratie = Uit een land weg verhuizen.

Slide 6 - Tekstslide

Bevolking
Natuurlijke bevolkingsgroei:
- Geboorten
- Sterfte

Sociale bevolkingsgroei:
- Immigratie
- Emigratie

Slide 7 - Tekstslide

Hoe kun je nu uitrekenen met hoeveel de bevolking in Nederland groeit?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht!
Kijk naar de afbeelding hierna. De afbeelding gaat over de bevolkingsgroei in Nederland. Beantwoord de volgende vragen:
1. Groeit of krimpt de Nederlandse bevolking de laatste tijd?
2. Komt dit vooral door geboorte/sterfte of 
     immigratie/emigratie?
3. Zou dit in de toekomst veranderen?

Slide 10 - Tekstslide

Natuurlijke bevolkingsgroei
Sociale bevolkingsgroei

Slide 11 - Tekstslide

Op welke manier groeit de Nederlandse bevolking vooral?

Slide 12 - Open vraag

Aan de slag!
Wat?
Paragraaf 2.4 eerste gedeelte
Hoe?
Je mag met je buurman of buurvrouw overleggen op een normaal volume.
Tijd?
10/15 minuten
Hulp?
Als je een vraag hebt, dan mag je je hand opsteken. Ik kom dan naar je toe.
Klaar?
Als je klaar bent mag je vast paragraaf 2.4 het tweede gedeelte gaan lezen. 

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Of de bevolking in Nederland groeit of krimpt.

2. Hoe de Nederlandse bevolking kan groeien of krimpen.

3. Op welke manier de bevolking momenteel groeit of krimpt.

Slide 14 - Tekstslide