De regels van de extra -e/-s/-es gelden voor alle werkwoorden die je in de passé composé met hulpww
être vervoegd. Houd gewoon de Nederlandse vertaling aan. Een paar voorbeelden:
VENIR (komen): Ik ben gekomen = Je suis venu(e)
ALLER (gaan): Zij is gegaan = Elle est allée
PARTIR (vertrekken): Wij zijn vertrokken = Nous sommes parti(e)s
SORTIR (uitgaan): De meisjes zijn uitgegaan = Elles sont sorties.