In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
5.2 De middeleeuwse stad
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
1: Je kunt de sociale lagen in een middeleeuwse stad noemen en uitleggen hoe het ambachtswezen was georganiseerd.
2:Je kunt uitleggen waarom de invoering van stadsrechten laat zien dat steden in de late middeleeuwen meer macht kregen ten opzichte van de adel
.
3: Je kunt uitleggen hoe de steden in de late middeleeuwen werden bestuurd.
Slide 2 - Tekstslide
Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
De markt
Deze geestelijken houden een processie: een tocht door de stad om hun geloof in God te laten zien. Soms werd dit gedaan om boete te doen.
De winkels waren meestal duidelijk te herkennen aan uithangborden, waarop symbolen van de ambachten stonden, zoals een vis of brood.
In principe mocht iedereen de stad binnen, zolang je maar geen (grote) wapens meenam. Messen moesten worden gemeten: was een mes te groot dan moest je hem bij de stadspoort achterlaten.
Inwoners van een stad noemen we tegenwoordig vaak burgers, maar in de Middeleeuwen werd meestal de term poorter gebruikt: iemand die binnen de poorten van een stad woont.
Een van de grootste gevaren van een middeleeuwse stad was brand. De meeste huizen waren van hout, en een klein vuurtje kon binnen enkele dagen de halve stad in as hebben gelegd. Ambachten waarbij veel vuur werd gebruikt, zoals bijvoorbeeld een smederij, bevonden zich daarom op speciale plekken in de stad.
Schapen, kippen, honden en varkens: er liepen in een stad vaak net zoveel dieren als mensen rond.
Niet alle straten waren bestraat: na een regenbui was het een grote modderpoel, waarbij het (huis)vuil door de straten spoelde.
Riolering of een vuilnisdienst bestond nog niet. Mensen gooiden hun afval soms gewoon op straat of in de gracht. Het stonk er dus nogal, vooral ’s zomers. Die viezigheid was ook gevaarlijk. Het vuil trok ongedierte aan, zoals ratten. Hierdoor braken er ziekten uit.
Water (om te drinken en om schoon te worden) werd uit de gracht gehaald. Inderdaad: 500 meter verderop was er nog afval in gegooid...
De schandpaal was één van de straffen die je in de Middeleeuwen kon krijgen.
Er waren maar een paar gebouwen van steen in een middeleeuwse stad, zoals bijvoorbeeld de kerk of het stadhuis. Later komen er meer stenen gebouwen bij, zoals bijvoorbeeld de gildenhuizen.
timer
3:00
Huizen in deze bouwstijl noem je vakwerkhuizen: de balken in de muren zorgen voor de stevigheid van het huis. De ruimte tussen de balken worden opgevuld met takken van bijvoorbeeld wilgen. Vervolgens worden ze geplamuurd met een mengsel van stro en leem.
Het was er druk en krap: de meeste steden waren niet groter dan 5000 inwoners, maar omdat het er klein en smal was leek het veel drukker.
In een stad was van alles te vinden: eten, drinken, handel en vermaak. Het was er vies, maar mensen kwamen er graag.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Je kunt de sociale lagen in een middeleeuwse stad noemen en uitleggen hoe het ambachtswezen was georganiseerd.
Slide 5 - Tekstslide
Sociale lagen in de stad
Burgerij = de groep bewoners van een stad
1. Rijke kooplieden & gildemeesters
(zaten in bestuur van de stad)
2. Winkeliers & ambachtslieden
3. Gewone arbeiders
4. Bedelaars & daklozen
Slide 6 - Tekstslide
Leden gilde
Meester = Een ambachtsman die met succes een meesterproef had afgelegd en zijn eigen werkplaats mocht beginnen
Gezel = een ambachtsman die in dienst was van een meester en zelf nog geen eigen bedrijf mocht hebben.
onbetaalde ambachtslieden in opleiding
Slide 7 - Tekstslide
Organisatie gilden
Gilde = vereniging van mensen die in een stad hetzelfde beroep uitoefenden
Ook vrouwen mochten lid zijn van een gilde
Proberen concurrentie te voorkomen:
regels over werktijden, opleiding, prijs en kwaliteit producten
Niet aan regels houden? uit Gilde.
Alleen gilde mocht ambacht uitoefenen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Meesterproef
Slide 10 - Tekstslide
Je kunt uitleggen waarom de invoering van stadsrechten laat zien dat steden in de late middeleeuwen meer macht kregen ten opzichte van de adel.
Slide 11 - Tekstslide
Stadsrechten
Eerst: Steden bestuurd door de heer. De stad stond op zijn stuk land, dus hij bestuurde de stad.
Maar al snel: steden willen zichzelf besturen, eigen munt, eigen rechtspraak, niet afhankelijk zijn van de heer in de oorlog --> dus zichzelf verdedigen --> stadsmuur.
Heren gaven vaak toe aan deze wesen: stad kreeg stadsrechten in ruil voor geld dat de stad aan de heer gaf.
Slide 12 - Tekstslide
Stadsrecht
= Het recht van de inwoners om hun stad zelf te besturen en zelf recht te spreken.
In een officieel document werd vastgelegd welke rechten de burgers hadden: zo werden burgers machtiger dan de adel
Slide 13 - Tekstslide
Je kunt uitleggen hoe steden in de late middeleeuwen werden bestuurd.
Slide 14 - Tekstslide
Stadsrechten
De Heer gaf steden stadsrechten
Stad betaalde de heer voor de rechten.
Zo kon de heer zijn leger en mensen aan zijn hof (hofhouding) betalen.
Maar de adel werd wel minder machtig en de burgers machtiger!
Slide 15 - Tekstslide
Stadsrechten
De Heer gaf steden stadsrechten
Stad met stadsrechten mocht:
Zelf de stad besturen
Eigen wetten maken
Stadsmuur bouwen
Eigen leger hebben
Rechtspraak zelf doen
Eigen munten slaan
Slide 16 - Tekstslide
Rechtspraak en bestuur
Steden regelde hun eigen rechtspraak
De rechtbank in een stad bestond uit: een schout en meerdere schepenen.
Schout = Voorzitter van de stedelijke rechtbank, die benoemd werd door de heer van een gebied.
Schepenen = Mensen die onder leiding van de schout zorgden voor de rechtspraak.
Slide 17 - Tekstslide
Rechtspraak en bestuur
Schout en schepenen losten samen misdrijven op, spraken recht en zorgden dat de straf werd uitgevoerd.
Andere taken van schouten en schepenen:
zorgden voor de veiligheid op straat en de verdediging van de stad, maar ook voor de regels in een stad.
Ze vormde eigenlijk het bestuur van de stad.
Niet democratisch --> zelfde families waren altijd schout en schepenen
Slide 18 - Tekstslide
Rechters = het bestuur
Wie is de baas?
De schout is de voorzitter. Aangesteld door de heer
De schepenen zij zijn de andere rechters.
Hun taken:
Misdaden oplossen
Misdadigers berechten en laten straffen
Veiligheid in de stad
Verdediging van de stad
Regels in de stad bepalen (wetten) ZOVEEL TAKEN? DE RECHTBANK WAS EIGENLIJK HET BESTUUR VAN DE STAD!!!
Slide 19 - Tekstslide
Een rechtbank
De man die op de verhoging zit is de schout (leider rechtbank). De mannen om hem heen zijn de schepenen (rechters).
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Wat wordt met het plaatje hiernaast uitgelegd?
A
De gilden in Europa
B
Het Hanze-verbond
C
De schepenen van steden in Europa
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist
Slide 22 - Quizvraag
Wat deed een gilde allemaal?
A
Gilde controleerde de kwaliteit van producten
B
Gilde bepaalde de prijs van producten
C
Leden van een Gilde hielpen elkaar bij ziekte
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 23 - Quizvraag
Waarom wilde de heer invloed blijven uitoefenen op het bestuur van de stad?
A
Een stad met stadsmuren en een eigen leger had te weinig macht.
B
Hij wilde belasting kunnen blijven innen.
C
Hij wilde zijn invloed op de steden vergroten.
D
Hij wilde zijn schout en schepenen kunnen ontslaan .
Slide 24 - Quizvraag
Lees onderstaande vier zinnen over de gilden.
A Alle mensen in een gilde hadden hetzelfde beroep. B gezellen konden na hun meesterproef meester worden C Lidmaatschap van een gilde was niet verplicht. D Niet alle ambachten hadden een eigen gilde.
Welke is of welke zijn juist?
A
A en B
B
Alleen A
C
B en C
D
A en D
Slide 25 - Quizvraag
Welke stand vond je in de middeleeuwen alleen in de steden?
A
De schout en schepenen
B
De Burgerij
C
De adel
D
De geestelijken
Slide 26 - Quizvraag
Een gruwelijk goede opdracht!
Klik op de hotspots en sleep de straffen naar de juiste plek in de afbeelding.