1.1 Stofeigenschappen

§1.1 Stofeigenschappen
Chemie Overal 7e editie 3 VWO
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§1.1 Stofeigenschappen
Chemie Overal 7e editie 3 VWO

Slide 1 - Tekstslide

Stofeigenschappen + stofcontstanten
= Waaraan je stoffen kunt herkennen!

Slide 2 - Tekstslide

Stofeigenschappen + stofconstanten

Stofeigenschap: de eigenschappen waar je een stof aan kan herkennen zónder getal erachter. Bv geur, kleur smaak.

Stofconstante: een stofeigenschap die met een getal weergeeft. Bv. kookpunt (= 100 graden Celcius), dichtheid




Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn stofeigenschappen/stofconstantes? 
WEL
NIET
kleur
fase bij kT
smeltpunt
geur
kookpunt
dichtheid
vorm
massa
uitzetting
brandbaarheid
volume
bestand tegen zuren
giftig
smaak
oplosbaarheid
temperatuur

Slide 4 - Sleepvraag

Een stof is vloeibaar bij kamertemperatuur: dat is een stofconstante
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Een stof is vloeibaar bij kamertemperatuur: dat is een stofeigenschap
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Tussen welk van deze antwoorden staat een eigenschap die geen stofeigenschap is?
A
geur, kleur, massa,
B
fase, geur, kleur
C
kookpunt,smeltpunt, kleur
D
fase, geur, smaak

Slide 7 - Quizvraag

Een stof heeft een dichtheid van 0,80 gram per mL: dat is een stofconstante
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Enkele stofeigenschappen zijn:
A
geur, vorm, massa
B
kleur, geur, smaak
C
toestand, geur, gewicht
D
vorm, kleur, geur

Slide 9 - Quizvraag

Een stofconstante is een stofeigenschap mét een getal gevolgd door een eenheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Dichtheid = stofconstante (stofeigenschap met getal erachter)

Slide 11 - Tekstslide

Dichtheid

Slide 12 - Tekstslide

Dichtheid

Slide 13 - Tekstslide

Wat ga je doen? 
Lezen in je boek: blz 8 en 9
(blz. 10 maakt het leven te ingewikkeld, sla die over)
Maken in je schrift: 3 t/m 9
(niet af in de les = huiswerk) 

Slide 14 - Tekstslide