G4BE_44/45 H5 Bedrijfstarten

Bedrijfseconomie G4
G4-BE2
Les 44/45

Mocht je nog de klassencode voor LearnBeat missen:
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bedrijfseconomie G4
G4-BE2
Les 44/45

Mocht je nog de klassencode voor LearnBeat missen:

Slide 1 - Tekstslide

Voorspelbaar gedrag?
Hoe gaan we dat doen, ik hier, jullie daar?! 

Iedereen heeft eigen device, dat werkt en opgeladen is. 
Ik verwacht dat je camera werkt en dat je ook oordopes/headsetje hebt. 

Ik zal veelal LessonUp gebruiken, in combinatie met ZOOM. Standaard regel bij deelname: camera aan, geluid aan (oordopjes/headset), microfoon uit. 

Maak van je hart geen moordkuil, niet blij? Voel je vrij dit met me te bespreken: w.vanderkamp@cgu.nl 

Slide 2 - Tekstslide

Wie is er ?
Je blijft in de ZOOM tijdens de les.
Standaard afspraak, je neemt deel met camera aan, geluid aan (via oordopjes/headset) en microfoon gedempt. (Camera/Microfoon zet je aan op verzoek). 

Als je tijdens de les apart wil overleggen/uitleg wil met mij, dan stuur een berichtje via de chat een op een.

Slide 3 - Tekstslide

Voorspelbaar gedrag?

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Na vandaag, 
weet je :



Ik kom er zo aan; even een monteur op weghelpen

Verwacht er rond 13:15 te zijn.

Praat vooral met elkaar alvast over hoe je je verkoop kunt organiseren buiten internet kanalen om!

Branie 
Spoorboekje





Slide 5 - Tekstslide

Rechtsvormen 
De soort rechtsvorm is de juridische benaming van je organisatie.  

Slide 6 - Tekstslide

Keuze rechtsvorm

Slide 7 - Tekstslide

Commerciële organisaties

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Eenmanszaak/ VOF

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een voordeel van een VOF
ten opzichte van een eenmanszaak?
timer
1:30

Slide 11 - Open vraag

Besloten Vennootschap

Slide 12 - Tekstslide

Naamloze vennootschap

Slide 13 - Tekstslide

Organen BV / NV
Bij de BV wordt de Raad van Bestuur ook wel directie genoemd.

Slide 14 - Tekstslide

Bevoegdheden organen 

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een voordeel van een NV
ten opzichte van een BV?
timer
1:30

Slide 16 - Open vraag

Niet-commerciële organisaties

Slide 17 - Tekstslide

Stichting 

Slide 18 - Tekstslide

Vereniging 

Slide 19 - Tekstslide

Organen vereniging 

Slide 20 - Tekstslide

Mag een vereniging of stichting activiteiten uitvoeren waarmee winst wordt behaald?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

In een nieuwe woonwijk willen een aantal mensen een voetbalclub oprichten.

Welke rechtsvorm zullen zij kiezen?
A
Stichting
B
Vereniging

Slide 22 - Quizvraag

Alicia neemt het initiatief om een organisatie op te richten met als doelstelling het behoud van een natuurgebied in haar woonplaats.

Welke rechtsvorm ligt het meest voor de hand?
A
Stichting
B
Vereniging

Slide 23 - Quizvraag

Opgaven in LearnBeat

Bedrijfstarten H4 casus eventueel / H5 

Breakout Rooms: 4 stuks samenwerken aan casus at random met wie je in de ruimte 'gezet' bent.

timer
35:00

Slide 24 - Tekstslide

Voor u gelezen
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Wat zou jij opschrijven in de begroting van 2021 voor Ahold?

Slide 26 - Woordweb

Interne verslaggeving 

Slide 27 - Tekstslide

Liquiditeitsbegroting

Slide 28 - Tekstslide

Liquiditeit
In welke mate kan een bedrijf haar lopende betalingsverplichtingen voldoen? Oftewel: komt er genoeg geld binnen om alle rekeningen te betalen?

Slide 29 - Tekstslide

Liquiditeitsbegroting
Een overzicht van alle verwachte inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode. Deze moet je ook invullen in je ondernemingsplan!

Slide 30 - Tekstslide

Aandachtspunt 1
  • Men dient alleen die kosten op te nemen in de liquiditeitsbegroting die direct tot uitgaven leiden. 

Slide 31 - Tekstslide

Voorbeeld bedrijfskosten

Slide 32 - Woordweb

Voorbeeld uitgaven bedrijf

Slide 33 - Woordweb

Rentekosten zijn:
A
uitgaven die geen kosten zijn.
B
vervelend.
C
kosten die ook uitgaven zijn.
D
kosten die geen uitgave zijn.

Slide 34 - Quizvraag

Afschrijvingskosten zijn:
A
uitgaven die geen kosten zijn.
B
uitgaven
C
kosten die ook uitgaven zijn.
D
kosten die geen uitgaven zijn.

Slide 35 - Quizvraag

aflossing van een lening:
A
kosten
B
uitgaven
C
kosten die geen uitgave zijn
D
uitgaven die geen kosten zijn.

Slide 36 - Quizvraag

af te dragen BTW:
A
kosten
B
uitgaven
C
uitgaven die geen kosten zijn.
D
kosten die geen uitgave zijn.

Slide 37 - Quizvraag

Conclusie: niet alle kosten leiden tot uitgaven en niet alle uitgaven zijn kosten. Op de liquiditeitsbegroting staan dus alleen de uitgaven. Ook het tijdstip van betalen is belangrijk: je wilt immers weten of je op een bepaald moment je rekeningen kunt betalen.

Slide 38 - Tekstslide

Ervaar jij een 'onderwijs achterstand' bij jezelf? (100=hele grote achterstand 0=helemaal geen achterstand)
0100

Slide 39 - Poll

Slide 40 - Tekstslide

Wat heb jij nodig om jouw 'achterstand' (als je die al hebt) in te halen?

Slide 41 - Woordweb

Waar zou jij geld voor begroten als je dat moest bepalen voor het CGU?

Slide 42 - Woordweb

Ik vond deze les

Slide 43 - Sleepvraag