In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en economische problemen kende.
Je kunt uitleggen hoe in Italië het fascisme op kwam.
Je kunt uitleggen waarom NL begin 20 eeuw een neutraliteitspolitiek voerde
Slide 2 - Tekstslide
Interbellum
Een interbellum (van het Latijn inter, tussen en bellum, oorlog) is een periode tussen twee oorlogen.
Het interbellum is de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog (1919-1939)
Slide 3 - Tekstslide
Gevolgen van het verdrag van Versailles
Oprichting Republiek van Weimar(Eerste democratie in Duitsland).
Door schadevergoeding waren er veel economische problemen in Duitsland.
Duitsland was altijd een keizerrijk geweest en kende geen democratie, daarnaast was dit de regering die de wapenstilstand had getekend...
Slide 4 - Tekstslide
Duitsland na de Eerste Wereldoorlog
De herstelbetalingen zijn niet op te brengen door de regering, en de inflatie is groot.
Regering besluit geld bij te drukken: gevolg het wordt nog minder waard.
Verschillende groepen (extreemlinks/extreemrechts) proberen de macht te grijpen (staatsgreep) en er is veel politiek geweld (o.a. moorden op politici).
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Benito Mussolini
Leider, of 'Il Duce', van Italië (1922-1943)
Oprichter van de Fasci di Combattimento (Zwarthemden, knokploegen)
Na de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles was er veel onvrede, en dat kwam door de onderhandelingen van de 'slechte' Italiaanse regering.
Slide 7 - Tekstslide
Kenmerken van fascisme (1)
Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen
Fascisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten. Er is één leider.
Sterk nationalisme:ieder moet zich inzetten voor zijn land.
Slide 8 - Tekstslide
Kenmerken van fascisme (2)
Fascisme is tegen persoonlijke vrijheid. Persoonlijke vrijheid ondermijnd de gehoorzaamheid van de leider.
Fascisme gaat uit vanongelijkheid tussen mensen: de hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden. (Het recht van de sterkste
Slide 9 - Tekstslide
Kenmerken van fascisme (3)
Niet denken maar doen. Gevoel is belangrijker dan denken.
Militarisme: geweld is goed: geen woorden maar daden
De vrouw is ondergeschikt: haar taak is het krijgen van kinderen.
Slide 10 - Tekstslide
Nederland neutraal
-Afhankelijk van alle omringende landen --> handel