Veroveraars - tegel 4

Veroveraars - tegel 4
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Veroveraars - tegel 4

Slide 1 - Tekstslide

Karel de Grote
In de tijd waarin het Arabische Rijk al behoorlijk uitgegroeid was, was er ten noorden van dat rijk nog een ander groot rijk: het Frankische Rijk. Ook Nederland hoorde hierbij, kijk maar op het kaartje.

We hebben al eerder van de Franken gehoord, toen Karel Martel bij Tours en Poitiers in Frankrijk de Arabieren terug drong naar het zuiden. De kleinzoon van Karel Martel was Karel de Grote.
Karel de Grote was christen en breidde het gebied van de Franken verder uit. Hij liet overal kerken bouwen. Hij was supertrots op zijn rijk. Het leek wel op het sterke Romeinse Rijk!
Klik op het plaatje om te lezen hoe Karel de Grote aan zijn naam kwam, hoe hij vocht met andere volken, hoe hij zijn rijk bestuurde, hoe hij tot keizer werd gekroond door de paus, dat hij scholen erg belangrijk vond en nog veel meer.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Hoe kwam Karel de Grote aan zijn bijnaam 'de Grote'?
A
Hij was groot en zijn rijk ook
B
Hij was erg belangrijk voor de geschiedenis
C
Hij had een groot huis

Slide 4 - Quizvraag

Filmpje Faqta
Dat jij naar school gaat, heb je eigenlijk te danken aan Karel de Grote. Kijk maar naar het filmpje.​ 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is waar?
A
Karel de Grote heeft veel geleerd op school
B
In de tijd van Karel de Grote gingen jongens en meisjes naar school
C
In de tijd van KG waren de monniken de meesters op school
D
Karel de Grote kon heel mooi schrijven

Slide 6 - Quizvraag

Filmpje Faqta
Het rijk van Karel de Grote was heel groot. Hoe zorgde hij ervoor dat iedereen naar hem luisterde? Dat leer je in dit filmpje. 

Slide 7 - Tekstslide

IN HET FILMPJE HOOR JE: ‘EN ZO HAD KAREL DE GROTE ALLES IN ZIJN RIJK PERFECT VOOR ELKAAR’. HOE DAN?

Slide 8 - Woordweb

Als jij in de tijd van Karel de Grote had geleefd, is er 97% kans dat jij een boer was geweest. In de middeleeuwen was namelijk 97% van de bevolking boer. Slechts 3% van de mensen was van adel of hoorde bij de kerk.

Boeren leefden op het land van de leenmannen. In ruil voor bescherming tegen plunderaars, kreeg de leenman een deel van de gewassen die de boer op zijn land verbouwd had. De leenman had namelijk wapens, maar kon geen gewassen verbouwen. De boer kon wel gewassen verbouwen, maar zich niet verdedigen. Slimme deal dus! We noemen dit het hofstelsel.
Wel hadden de boeren veel minder rechten dan de leenman en ze moesten ook allerlei klusjes opknappen voor de leenman. Vooral de arme boeren, de horigen, hadden het slecht. Klik op het plaatje om hier meer over te weten te komen.

Slide 9 - Tekstslide

WAAROM DENK JE DAT DE HORIGEN HET TOELIETEN OM ALS SLAAF BEHANDELD TE WORDEN?

Slide 10 - Open vraag