In een Duitse taal hebben wij 8 modale werkwoorden:
Dürfen - mogen, toesteming hebben
Können- kunnen, in staat zijn
Mögen- houden van, lusten, leuk vinden
Sollen- moeten bevel
Müssen - moeten het kan niet anders met consekventies
Wollen- willen
Wissen - weten
en möchten - graag willen