- je kent de betekenis van de begrippen: mondialisering, MNO, tijd-ruimte compressie, EPZ, relatieve afstand, absolute afstand, afstandsverval, geografische mobiliteit, Schengen, corridor, pushfactoren, pullfactoren.
- je kent de verschillende dimensies van globalisering.
- je weet welke processen belangrijk zijn voor globalisering.
- je weet wat wordt bedoeld met global shift.
- Dat de meeste handel-en infostromen plaatsvinden binnen TRIADE