In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Goniometrie herhaling
Slide 1 - Tekstslide
Samenvatting van H3
Een rechthoekige driehoek bestaat uit:
3 hoeken (bijvoorbeeld: A, B en C)
2 rechthoekzijden die aan de rechte hoek liggen
1 langste zijde (ook wel schuine zijde genoemd)
een rechthoekteken die de rechte hoek aangeeft.
2
Slide 2 - Tekstslide
Welke zijden zijn de rechthoekszijden?
hulp
∠B is de rechte hoek
A
AB en AC
B
AB en BC
C
AC en BC
D
CA en BA
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de drieletternotatie van de hoek met het vraagteken?
hulp
Bij de drieletternotatie staat de hoek waar het om gaat altijd in het midden
A
∠F
B
∠GEF
C
∠EGF
D
∠EFG
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de overstaande rechthoekszijde van ∠A?
hulp
Kijk van hoek A naar de overkant. Welke lijn ligt daar?
A
AB
B
BD
C
BC
D
BA
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de aanliggende rechthoekszijde van ∠C?
hulp
Kijk van ∠C naar de overkant. Welke lijn ligt daar? Dat is je overstaande rechthoekszijde. De andere rechthoekszijde is dan dus de aanliggende rechthoekszijde,
A
AB
B
BD
C
BC
D
BA
Slide 6 - Quizvraag
Bereken de tangens van ∠F
(rond af op 1 decimaal)
hulp
De overstaande rechtshoekszijde = EG en de aanliggende rechthoekszijde = EF
A
2,5
B
0,4
C
3,0
D
0,5
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel graden is ∠F ?
(rond af op 1 decimaal)
hulp
De overstaande rechtshoekszijde = EG en de aanliggende rechthoekszijde = EF. De tangens van ∠F is dus 5/2=2,5
A
21,8°
B
68,1°
C
68,19°
D
68,2°
Slide 8 - Quizvraag
Bereken de lengte van zijde AB (rond af op 2 decimalen)
hulp
Aanliggende rechthoekszijde = lengte AC / tan(∠B)
A
0,54 cm
B
1,86 cm
C
1,87 cm
D
8,58 cm
Slide 9 - Quizvraag
Bereken de lengte van zijde EG (rond af op 2 decimalen)