hv2 les 40 (14 april) KLOKTIJDEN

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Woordjes overhoren (5 minutes)
  • Apprendre 10: De kloktijden (25 minutes)
  • Au travail (5 minutes)
  • Quiz? 

Aan het eind van de les heb je de kloktijden uitvoerig herhaald!

Slide 2 - Tekstslide

Woordjes overhoren (5 min)
Iedereen gaat staan :)
Appr. 1 & 2 

Tu fermes ton livre !!



Slide 3 - Tekstslide

Les heures........ (25 minutes)
We gaan stap voor stap alles herhalen over de kloktijden! 

Slide 4 - Tekstslide

Les heures -
il est une heure 
il est deux heure
il est trois heure
etc.


Slide 5 - Tekstslide

Les heures - kwart over

il est une heure  et quart
il est deux heures et quart
il est trois heures et quart
etc.

Slide 6 - Tekstslide

Les heures - half

il est une heure  et demie
il est deux heures et demie
il est trois heures et demie
etc.

Slide 7 - Tekstslide

Les heures - kwart voor

il est une heure  moins le quart
il est deux heures moins le quart        
il est trois heures moins le quart
etc.

Slide 8 - Tekstslide

Les heures.
Om te zeggen hoe laat het is gebruik je - il est .... heures.

Twaalf uur 's middags   - il est midi
Twaalf uur 's nachts       - il est minuit
Kwart over ...                      - il est ... heures et quart
Half ...                                    - il est ... heures et demie
Kwart voor ...                      - il est ... heures moins le quart

Slide 9 - Tekstslide

Noteer 6 Franse woorden
die met de klok
te maken hebben

Slide 10 - Woordweb

Il est midi.
A
Het is middag.
B
Het is 12 uur 's middags.
C
Het is tijd.
D
Het is 12 uur 's nachts.

Slide 11 - Quizvraag

Il est huit heures et quart.
A
Het is 8 uur.
B
Het is 10 over 8.
C
Het is kwart over 8.
D
Het is kwart voor 8.

Slide 12 - Quizvraag

Il est cinq heures et demie.
A
Het is half 5.
B
Het is 5 uur.
C
Het is kwart over 5.
D
Het is half 6.

Slide 13 - Quizvraag

Il est trois heures moins le quart.
A
Het is kwart voor drie.
B
Het is half 4.
C
Het is 15 over half 3.
D
Het is tien over half 4.

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
Het is 15.00 uur

Slide 15 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
Het is 19.30 uur.

Slide 16 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is kwart over vijf

Slide 17 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is kwart over 12 's middags

Slide 18 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is kwart over 7 ('s morgens)

Slide 19 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
il est minuit moins le quart

Slide 20 - Open vraag

Welke tijd is het vroegst?
A
sept heures dix
B
sept heures moins cinq
C
sept heures vingt
D
sept heures

Slide 21 - Quizvraag

Welke tijd is correct gespeld?
A
Il est trois heure et demie.
B
Il est trois heures et demi.
C
Il est trois heures et demie.
D
Il est trois heurs et demie.

Slide 22 - Quizvraag

Hoe laat begint de eerste pauze?
Geef antwoord in het Frans.

Slide 23 - Open vraag

Zet de tijden van vroeg naar laat:
(sleep blauw over rood)
deux heures moins dix
deux heures vingt
deux heures moins le quart
deux heures et demie
deux heures cinq

Slide 24 - Sleepvraag

Au travail! (10 minutes)
Tu fais l'exercice 9B (p. 59)

Deze heb je online al gemaakt. 
Na deze uitleg/oefeningen maak je hem nog eens in het boek.

Klaar? Apprendre 1 t/m 4 leren!

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide