A2b/A2d/G2q 16-05

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Das Programm von heute
- Einander kennenlernen
- Wie sehen die letzten Wochen aus?
- Welche Tests? Was musst du lernen?
- Wiederholung Modalverben
- eventuell Wortschatz üben

Slide 2 - Tekstslide

Wer bin ich? 

Slide 3 - Tekstslide

Wo wohnst du?

Slide 4 - Open vraag

Was ist dein Hobby?

Slide 5 - Open vraag

Was hast du in den Maiferien gemacht?

Slide 6 - Open vraag

Test
- Kapitel 4, 6 und 7
- Zählt 3x
- 10.-17. Juni

Wörterlisten von Kapitel 4, 6 und 7
Grammatik: Modale werkwoorden, 1e en 4e naamval (met voorzetsels, persoonlijk vnw., der-groep & ein-groep)

Slide 7 - Tekstslide

Wiederholung Modalverben

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn de eigenschappen van modale werkwoorden?

Slide 9 - Open vraag

Wat weet je nog over de modale werkwoorden?

Slide 10 - Open vraag

Bij de modale werkwoorden is er ....
A
Een klinkerwijziging bij de enkelvoud
B
Een klinkerwijziging bij de meervoud
C
Geen klinkerwijziging

Slide 11 - Quizvraag

modale werkwoorden

dürfen

können

mögen

müssen

sollen

wollen

wissen
ich
darf
kann
mag 
muss
soll
will
weiß
du
darf-  st
kann - st 
mag - st
muss - t
soll - st
will - st
weiß - t
er/sie/es
darf
kann
mag
muss
soll
wil
weiß
wir
dürf - en
könn - en
mög - en
müss - en
solle - en
woll - en
wiss - en
ihr
dürf - t
könn -
mög - t
müss - t
soll - t
woll - t
wiss - t
sie/Sie
dürf - en
könn - en
mög - en
müss - en
soll - en
woll - en
wiss - en
ge-durf-t
ge-konn-t
ge-moch-t
ge-muss-t
ge-soll-t
ge - woll -t
ge-wuss- t

Slide 12 - Tekstslide

Zoek de juiste vertalingen van de modale werkwoorden bij elkaar.
können
wollen
dürfen
wissen
müssen
mögen
sollen
möchten
willen
mogen (toestemming)
zullen
mogen (graag zien/lusten)
moeten
zou graag willen
kunnen
weten

Slide 13 - Sleepvraag

Modale werkwoorden
geen modale werwoorden
klinkerwisseling in het enkelvoud
Geen uitgangen bij ich/er...
Uitgangen -e, -st, t, en, t, en
Uitgangen -, st, -, en, t, en

Slide 14 - Sleepvraag

ik wil
hij kan
wij moeten
jij weet
jullie mogen
zij houdt (van)
Modale werkwoorden
ich will
sie mag
er kann
ihr dürft
wir müssen
du weißt

Slide 15 - Sleepvraag

Welke werkwoorden hoorden bij de modale werkwoorden?
können
spielen
möchten
dürfen
heißen
wollen
wissen
wohnen
sollen
haben
mögen
müssen
modale werkwoorden
andere werkwoorden

Slide 16 - Sleepvraag

modale werkwoorden
Hunde _____ mit in diesen Park.
A
darf
B
darfst
C
dürfen
D
dürft

Slide 17 - Quizvraag

Modale werkwoorden
_____ Sie wie spät es ist?
A
weiß
B
weißt
C
wissen
D
wisst

Slide 18 - Quizvraag

modale werkwoorden
Er ...... (können) dir helfen.
A
kann
B
könnt
C
können
D
kannst

Slide 19 - Quizvraag


Wat is de ik-vorm van het modale werkwoord können?
A
kann
B
kannte
C
konnte
D
könntest

Slide 20 - Quizvraag

modale werkwoorden
Sander ...... (kan) dir helfen.
A
kann
B
könnt
C
können
D
kannst

Slide 21 - Quizvraag

Und jetzt... 
Kapitel 4 Seite 118
Aufgaben 7 und 8
Seite 172: Aufgaben 1, 2 und 3
Seite 173: Aufgaben 1 und 2

Slide 22 - Tekstslide

Hausaufgaben für das nächste Mal
Buch A und B mitnehmen
Lernen: Modalverben + Wörter Kapitel 4

Slide 23 - Tekstslide

Wörter üben Kapitel 6

Slide 24 - Tekstslide

Grammatik: 1e & 4e naamval

Slide 25 - Tekstslide