Groep 6 Week 5 met rekenen

Denk aan de weken van de lockdown 
Welke spellingregels
hebben we gehad?
1 / 41
volgende
Slide 1: Woordweb
sociaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Denk aan de weken van de lockdown 
Welke spellingregels
hebben we gehad?

Slide 1 - Woordweb

Denk aan de weken van de lockdown 
Welke taaldoelen
hebben we gehad?

Slide 2 - Woordweb

Denk aan de weken van de lockdown 
Welke ww spellingdoelen
hebben we gehad?

Slide 3 - Woordweb

Denk aan de weken van de lockdown 
Welke rekendoelen
hebben we gehad?

Slide 4 - Woordweb

Luister en type

Slide 5 - Open vraag

Luister en type

Slide 6 - Open vraag

Luister en type

Slide 7 - Open vraag

Luister en type

Slide 8 - Open vraag

Luister en type

Slide 9 - Open vraag

Luister en type

Slide 10 - Open vraag

Luister en type

Slide 11 - Open vraag

Luister en type

Slide 12 - Open vraag

Luister en type

Slide 13 - Open vraag

Luister en type

Slide 14 - Open vraag

Ik
heb
een boek
gekocht.
Onderwerp
persoonsvorm

Slide 15 - Sleepvraag

Wat is de persoonsvorm in de zin? En wat is het onderwerp? 
Juf Vivian
zit 
op school vandaag.
persoonsvorm
onderwerp

Slide 16 - Sleepvraag

Wat is de persoonsvorm in de zin? En wat is het onderwerp? 
Mijn opa
heeft
een sneeuwbal gegooid.
Persoonsvorm
onderwerp

Slide 17 - Sleepvraag

racecar
is geen palindroom
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Welke woorden zijn spiegelwoorden en welke zijn palindromen?
Palindroom
Spiegelwoord
Geen van beide
rood
geel
Groen
lepel
racecar
koek

Slide 19 - Sleepvraag

Geef een voorbeeld van een homoniem

Slide 20 - Open vraag

In welke vorm moet je het werkwoord in de volgende zin zetten?:
De gezellige hond (spelen) ________ met zijn moeder.
A
ik-vorm
B
jullie-vorm
C
hij-vorm
D
wij-vorm

Slide 21 - Quizvraag

Vul in:
De gezellige hond (spelen) ________ met zijn moeder.

Slide 22 - Open vraag

In welke vorm moet je het werkwoord in de volgende zin zetten?:
De gekke tantes (bakken) _________ alleen maar taart.
A
ik-vorm
B
jullie-vorm
C
hij-vorm
D
wij-vorm

Slide 23 - Quizvraag

Vul in
De gekke tantes (bakken) _________ alleen maar taart.

Slide 24 - Open vraag

Welke vogel?
A
vink
B
specht
C
merel
D
huismus

Slide 25 - Quizvraag

Welke vogel?
A
pimpelmees
B
koolmees
C
groenling
D
mus

Slide 26 - Quizvraag

Welke vogel?
A
kauw
B
kraai
C
merel
D
ekster

Slide 27 - Quizvraag

Breuken
1/2 deel
3/8 deel
5/6 deel
1/4 deel

Slide 28 - Sleepvraag

Zoek de 2 bij elkaar horende breuken bij elkaar

Slide 29 - Sleepvraag

956+598=

Slide 30 - Open vraag

1254+956

Slide 31 - Open vraag

1526-589

Slide 32 - Open vraag

2589-985

Slide 33 - Open vraag

256x4=

Slide 34 - Open vraag

365x6

Slide 35 - Open vraag

Hoe heet deze vorm?
A
bol
B
cilinder
C
kegel
D
piramide

Slide 36 - Quizvraag

Hoe heet deze vorm?
A
bol
B
kubus
C
balk
D
kegel

Slide 37 - Quizvraag

Dit is een....
A
Balk
B
Bol
C
Kubus
D
Vierkant

Slide 38 - Quizvraag


A
punt
B
prisma
C
cilinder
D
kegel

Slide 39 - Quizvraag

Welke figuren zijn dit?
A
kegel
B
piramide
C
prisma
D
kubus

Slide 40 - Quizvraag

Als je deze uitslag in elkaar vouwt.
Welk figuur krijg je dan?
A
kubus
B
piramide
C
prisma
D
kegel

Slide 41 - Quizvraag