CVA
1 / 14
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een CVA?
A
Een beroerte waarbij de bloedtoevoer naar de hersenen verstoord is.
B
Een hartaandoening die veroorzaakt wordt door een bloedprop in de kransslagader.
C
Een longziekte die het ademhalingsproces beïnvloedt.
D
Een aandoening van de nieren waarbij ze niet goed functioneren.
Slide 3 - Quizvraag
Welke twee soorten CVA's bestaan er?
A
Hartinfarct en hersenbloeding.
B
TIA en hartaanval.
C
Hersenbloeding en longembolie.
D
Herseninfarct en hersenbloeding.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de meest voorkomende oorzaak van een herseninfarct (ischemisch CVA)?
A
Een bloedprop die een slagader in de hersenen blokkeert.
B
Een gescheurd bloedvat in de hersenen.
C
Een hoge bloeddruk.
D
Een infectie in de hersenen.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste risicofactor voor een hersenbloeding?
A
Laag cholesterolgehalte.
B
Hoge bloeddruk.
C
Overmatig drinken van water.
D
Chronische vermoeidheid.
Slide 6 - Quizvraag
Welke van de volgende symptomen kan wijzen op een CVA?
A
Geleidelijk optredende pijn in de rug.
B
Plotselinge spraakproblemen of verwarring.
C
Verlies van gehoor in één oor.
D
Geleidelijk wazig zicht.
Slide 7 - Quizvraag
Welke behandeling wordt vaak toegepast bij een herseninfarct?
A
Het direct afbinden van een slagader.
B
Het toedienen van antibiotica.
C
Toedienen van bloedverdunners zoals trombolytica.
D
Het uitvoeren van chemotherapie.
Slide 8 - Quizvraag
Hoe snel moet er medische hulp worden ingeroepen bij een vermoeden van een CVA?
A
Binnen 1-2 uur
B
Binnen 24 uur
C
Binnen een week
D
Binnen 12 uur
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Video
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het doel van revalidatie na een CVA?
A
Het verbeteren van spraak, motoriek en alledaagse vaardigheden.
B
Het verminderen van cholesterolniveaus.
C
Het genezen van diabetes.
D
De hersenstructuur opnieuw opbouwen.
