Als je een deel van je geld bewaart om later uit te geven, ben je aan het sparen.
Spaarmotieven zijn:
1. Sparen voor een doel,
2. Sparen uit voorzorg en
3. Sparen voor de rente.
Op een gewone spaarrekening is de rente niet vast maar variabel (variabele rente betekent dat het rentepercentage kan veranderen). Je kunt het geld weer van je rekening halen wanneer je maar wilt.
Je kunt je spaargeld ook voor een afgesproken tijd vastzetten op een spaardeposito. Daarbij krijg je een vaste rente.
Het rentebedrag dat je over een aantal jaren ontvangt, bereken je zo:
rentebedrag per jaar × aantal jaren
Het rentebedrag dat je over een aantal maanden ontvangt, bereken je zo:
rentebedrag per jaar × aantal maanden ÷ 12.
Door inflatie wordt je spaargeld minder waard.