2F MM4 Samengestelde grootheden

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Les 4: Samengestelde grootheden

Domein: meten en meetkunde

Lesdoel: Je kan complexe berekeningen maken met snelheid 

Waar sta je op dit moment met het rekenen met snelheid?

1. 
2. 
3. 

km/uur en m/s

Omrekenen 20 m/s naar km/u

In 1 sec 20 meter afgelegd.

In 3600 sec (= 1 uur) 3600 x 20 m = 72000 meter afgelegd.

Dat is 72 km/u.

Omrekenen 54 km/u naar m/s

In 1 uur (= 3600 sec) heb ik 54 km (= 54000 meter) afgelegd.

Dus in 1 sec heb ik 54000 : 3600 = 15 meter afgelegd.

Dat is 15 m/s.

Oefenen

Je rijdt in de auto 36 km/uur.
Hoeveel m/s rijd je?

1. 10 m/s
2. 129,6 m/s
3. 1 m/s
4. 0,6 m/s

Van 36 km/u naar m/s

36 km per uur is 36000 m per uur.

Dat is 36000 m in 3600 sec.

Dus in 1 sec: 36000 / 3600 = 10 m/s

Afstand, snelheid en tijd

Deel 2

Oefenen!

De marathonloper liep de marathon met een snelheid van 21,156 km/uur.
Wat was zijn snelheid in m/s?

1. 5,877 m/s
2. 21,156 m/s
3. 0,3526 m/s
4. 76,16 m/s

Hoe kom je bij het antwoord?

Je rijdt met de auto naar huis met een gemiddelde snelheid van 30 km/uur. Je bent 35 minuten onderweg. Hoeveel km heb je afgelegd?

1. 35 km
2. 30 km
3. 17,5 km
4. 12,5 km

Hoe kom je bij het antwoord?

En nu?

Maken: les 4 en lestoets 4 meten en meetkunde

Les 4 en lestoets 4 = Samengestelde grootheden

Waar sta je nu met het rekenen met snelheid?

1. 
2. 
3.