Dit zijn de meest gebruikte bijvoeglijke voornaamwoorden
die vóór het zelfstandig naamwoord komen:
mooi: beau (bel, belle, beaux, belles)
goed, lekker: bon (bonne, bons, bonnes)
leuk, knap: joli (jolie, jolis, jolies)
hoog: haut (haute, hauts, hautes)
lang: long (longue, longs, longues)
klein: petit (petite, petits, petites)
jong: jeune (jeunes)
oud: vieux (vieil, vieille, vieilles)
groot: grand (grande, grands, grandes)
nieuw: nouveau (nouvel, nouvelle, nouveaux, nouvelles)
slecht: mauvais (mauvaise, mauvaises)
gemeen: méchant (méchante, méchants, méchantes)
en alle rangtelwoorden:
eerste: premier (première, premier, premières), deuxième, etc.
Leer dit rijtje!!!