VREULS - 3Mavo - Hoofdstuk 5.2

3 MAVO
WELKOM
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3 MAVO
WELKOM

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Introductie
-Presentielijst
- Wie is meneer Vreuls


5. Is er werk voor jou?
1. Je kunt productiesectoren noemen en herkennen

2. Kunt de begrippen van  hoofdstuk 5.2 uitleggen.

3. Verschillen benoemen tussen zelfstandige, eenmanszaak, zzp'er, vof, bv en nv

Na deze les:
Je hebt nodig:
1. Economie boek
(blz 132 - 137)
2. Economieschrift
3. Rekenmachine
4. Schrijfwaren
5. HW:
Opdrachten 10 t/m 16
(blz 132-133

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Vorige les 

- Huiswerk bespreken en nakijken

- Theorie H5.2

- Maken opdrachten

- Volgende les



Slide 3 - Tekstslide

 Vorige les

  • Arbeidsmotieven
  • Bruto en netto salaris
  • Wit, zwart en grijs werken


Slide 4 - Tekstslide

Waarom werken?
Arbeidsmotieven zijn:
  1. Inkomen verdienen
  2. Jezelf ontwikkelen
  3. Zinvol bezig zijn (nuttig maken)
  4. Sociaal contact (klant / collega)
  5. Regelmaat

Punt 2 tot 5 geldt ook voor
onbetaald werk (vrijwilligerswerk)

Slide 5 - Tekstslide

Bruto - Netto salaris

Slide 6 - Tekstslide

Wit, Zwart of Grijs werken?

Slide 7 - Tekstslide

Nakijken
Klassikaal
Opdracht 10-16

Slide 8 - Tekstslide

Theorie H5.2 "Wat voor onderneming?"
1. Je kunt productiesectoren
noemen en herkennen.
2. Kunt de begrippen van
 hoofdstuk 5.2 uitleggen.
3. Verschillen benoemen tussen zelfstandige,
eenmanszaak, zzp'er, vof, bv en nv



Slide 9 - Tekstslide

Productiesectoren 
primaire sector
    landbouw, visserij, winning van grondstoffen
secundaire sector
 industrie, bouw, ambachten (bakker, slager)
tertiaire sector
 commerciële dienstverlening
quartaire sector
 niet-commerciële dienstverlening


Slide 10 - Tekstslide

Ieder een eigen taak
In een bedrijf worden taken verdeeld.
Zo doet iedereen waar hij/zij goed in is. 
Dit heet arbeidsverdeling.

Taken kunnen bijvoorbeeld verdeeld worden in:
leidinggevend werk
uitvoerend werk



Slide 11 - Tekstslide

Werken voor jezelf


Je kunt werknemer zijn, je bent dan in loondienst bij een werkgever.
Je kunt ook als zelfstandig ondernemer werken.
Een zelfstandige verdient zijn inkomen met zijn eigen bedrijf.
Veel zelfstandigen hebben een eenmanszaak.
Een zelfstandige zonder personeel is een zzp’er.



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Ondernemingsvormen
Andere ondernemingsvormen zijn:
vof (vennootschap onder firma)
     meerdere eigenaren hebben samen de leiding
nv (naamloze vennootschap)
     meerdere eigenaren zijn aandeelhouder
 iedereen kan aandelen kopen
bv (besloten vennootschap)
     één of meer eigenaren zijn aandeelhouder
     de aandelen zijn niet voor iedereen te koop








Slide 14 - Tekstslide

Volgende les
Hoofdstuk 5.2 
"Wat voor ondernemingen?"

Maken:
Opdr 2-13
blz 134 - 137

Slide 15 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Introductie
-Presentielijst
- Wie is meneer Vreuls


5.2 Wat voor ondernemingen?
1. Je kunt productiesectoren noemen en herkennen.

2. Kunt de begrippen van hoofdstuk 5.2 uitleggen.

3. Verschillen benoemen tussen zelfstandige, eenmanszaak, zzp'er, vof, bv en nv.



Nu:
Volgende les
HW:
Maken opdr 2-13
blz 134-137

Niet vergeten:
Rekenmachine!
Boek
Schrift / HW

Slide 16 - Tekstslide