3.3 deel 1

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Demo aantoningsreacties
- Herhaling 3.2 + oefening
- Uitleg 3.3
Huiswerk ma 23 jan:
Maken § 3.3 1 t/m vraag
Leren: begrippen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantoningsreactie(s)
  • Een stof aantonen met een reactie.
- zuurstof = gloeiende houtspaander gaat feller branden.
- waterstof = maakt een plopje in aanraking met een vlam.
- kalk = gaat bruisen als het in aanraking komt met zoutzuur.
leren!
Demo

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicum aantoningsreacties:
Werk in 2-tallen

- Lees eerst samen door wat je moet doen.
- Doe je jas, bril op en pak de spullen
- Voer het practicum uit en ruim alles netjes op

Als je klaar bent pak je je spullen en log je in in de Lessonup. Lees als vast 3.3 door.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ontleden
hst 1 & 2
Herhaling

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit of koolstofdioxide een zuivere stof of een mengsel is.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ontleding

Slide 8 - Tekstslide

Hier apparaat van hofman laten zien en horen. Later in hoofdstuk pas gebruiken voor rekenen.

Vertel in je eigen woorden wat een ontledingsreactie is en hoe je deze herkent.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet van behoud van massa
Er kan geen massa verschijnen of verdwijnen.
Aluminium (s) + zuurstof (g) --> aluminiumoxide (s)
      9 gram                8 gram               17 gram

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt de wet van Lavoisier in?
  • Het is de wet van behoud van massa. 
  • Bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale massa van de reactieproducten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er gaat niets verloren van de beginstoffen, het wordt alleen omgezet in reactieproducten.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt de wet van behoud van massa toepassen door in een chemische reacties te rekenen met massa verhouding.
Natriumkorrels reageren met zuurstof en hierbij ontstaat de vaste stof natriumoxide. De verhouding waarbij natrium reageert met zuurstof is 4,5: 1,0.

Vraag:
Hoeveel gram natrium reageert met 55 gram zuurstof?
stappenplan boek
Stappenplan
1. Schrijf het reactieschema op.
2. Schrijf de massaverhouding eronder.
3. Schrijf de bekende gegevens daaronder.
4. Maak een verhoudingstabel
5. Bereken de onbekende.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1: 
Natriumkorrels reageren met zuurstof en hierbij ontstaat de vaste stof natriumoxide. De verhouding waarbij natrium reageert met zuurstof is 4,5: 1,0.
 
1. Geef het reactieschema van deze opdracht.
2. Bereken hoeveel gram natriumoxide er kan ontstaan als er 68 gram zuurstof is.

Stappenplan rekenen aan reacties
1. Schrijf het reactieschema op.
2. Schrijf de massaverhouding eronder.
3. Schrijf de bekende gegevens daaronder.
4. Maak een verhoudingstabel
5. Bereken de onbekende.
timer
5:00
Extra opdracht 1
Kaliumkorrels reageren met chloorgas in de verhouding 2,1 : 1,0 tot de vaste stof kaliumchloride. Hoeveel gram kaliumkorrels is er nodig om 150 gram kaliumchloride te vormen?
Extra opdracht 2
Bij de elektrolyse van koperoxide ontstaan vloeibaar koper en zuurstof.  
In de verhouding 1,5 : 3,2. Hoeveel gram koperoxide was er aanwezig als er 75 gram koper ontstaat?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1:
Natriumkorrels reageren met zuurstof en hierbij ontstaat de vaste stof natriumoxide. De verhouding waarbij natrium reageert met zuurstof is 4,5: 1,0.

 


Stappenplan rekenen aan reacties
1. Schrijf het reactieschema op.
2. Schrijf de massaverhouding eronder.
3. Schrijf de bekende gegevens daaronder.
4. Bereken de onbekende.
1. Geef het reactieschema van deze opdracht. 
2. Bereken hoeveel gram natriumoxide er kan ontstaan als er 68  gram zuurstof is. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overmaat 
en ondermaat
Hoeveel broodjes hamburger kun je maken?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overmaat en ondermaat
Voor cupcakes meng je 200 g meel met 150 g suiker. 
De verhouding is dus 1,33 : 1,0

Als je 500 g meel hebt en 150 gram suiker. Dan blijft er 500 - 200 = 300 g meel over. 

Je hebt een overmaat van 300 gram.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overmaat en ondermaat
De productie van salmiak werkt als volgt: 
Waterstofchloride (g) reageert met ammoniak (g) en hierbij ontstaat salmiak (s). 



waterstofchloride (g) + ammoniak (g) --> salmiak (s)
massa verhouding:      2.1                           :         1.0                            :       3.1


Bijv. 210 gram waterstofchloride en 100 gram ammoniak.
Voeg je 250 gram waterstofchloride toe dan blijft er 250 - 210 = 40 g waterstofchloride over DE OVERMAAT!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening:
Marjolein laat vaste fosfor reageren met zuurstof. 
Bij deze reactie ontstaan difosforpentaoxidekorrels. 
De massa-verhouding is 2 : 3
1: Stel het reactieschema op.
2: Marjolein neemt 124 gram fosfor en laat dit reageren met 280 gram zuurstof. Is zuurstof in overmaat of ondermaat aanwezig? Laat met berekening zien.
3: Hoeveel difosforpentaoxide kan er maximaal ontstaan?
Stappenplan rekenen aan reacties
1. Schrijf het reactieschema op.
2. Schrijf de massaverhouding eronder.
3. Schrijf de bekende gegevens daaronder.
4. Bereken de onbekende.
Klaar
Ga bezig met §3.3 vraag 1 t/m 21

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening:
Marjolein laat vaste fosfor reageren met zuurstof. 
Bij deze reactie ontstaan difosforpentaoxidekorrels. 
De massa-verhouding is 2 : 3
1: Stel het reactieschema op.
2: Marjolein neemt 124 gram fosfor en laat dit reageren met 280 gram zuurstof. Is zuurstof in overmaat of ondermaat aanwezig? Laat met berekening zien.
3: Hoeveel difosforpentaoxide kan er maximaal ontstaan?
Stappenplan rekenen aan reacties
1. Schrijf het reactieschema op.
2. Schrijf de massaverhouding eronder.
3. Schrijf de bekende gegevens daaronder.
4. Bereken de onbekende.
Klaar
Ga bezig met §3.3 vraag 1 t/m 21

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk ma 23 jan

Maken + nakijken §3.3
opdracht 1 t/m 18

Leren: begrippen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies