De, het, een zijn Nederlandse lidwoorden
In het Spaans zijn er mannelijke en vrouwelijke lidwoorden
In het Spaans zijn er lidwoorden voor enkelvoud en voor meervoud
Een bepaald lidwoord is: de / het
Een onbepaald lidwoord is: een / een paar
De Spaanse bepaalde lidwoorden (de/het) zijn: el, la, los, las.
De Spaanse onbepaalde lidwoorden (een/eenpaar) zijn: un, una, unos, unas