Niet of Geen = NO. No quiero bailar. = Ik wil niet dansen.
Ahora no tengo clases. = Nu heb ik geen lessen.
Het woordje 'no' komt vóór de persoonsvorm. In de volgende zinnen is de
persoonsvorm onderstreept.
Nada = Niets
Nadie = Niemand
Nunca = Nooit
LET OP: Heb je twee ontkenningen na elkaar? Dan gebruik je no... ni..., ni...
Mijn padre no es ni alto, ni bajo. Mijn vader is niet lang en niet kort.