2AH -Tâche 2 ta maison - start - 3/2

BONJOUR
tout le monde!!
                   Attention!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

BONJOUR
tout le monde!!
                   Attention!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden

Slide 1 - Tekstslide

Bonjour!
timer
4:00
Exercice:
1. Pak je schrift en je iPad en ga naar Magister.  Bij de les van nu zit een bijlage. Open de bijlage. Let op er is een tekst voor Havo en een voor Atheneum.
2. Maak de opdracht in de bijlage. 
Dit doe je zelfstandig. 
3. Ben je klaar? Maak een woordenlijst met woorden die te maken hebben met je huis. Schrijf het Franse woord op en daarachter de Nederlandse vertaling.

Slide 2 - Tekstslide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
Aujourd'hui
Lundi 3 février
1. But                                  
2. La maison - exercices    
3. Tâche 2                     
4. Evaluation                       
But: ik ken een aantal woorden in het Frans die te maken hebben met mijn huis.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

la maison 

Slide 5 - Tekstslide

L'escalier
La cave
Le bureau
Le living/    le salon
La salle de bains
La cuisine
La terrasse
Le garage
Les toilettes
Le grenier

Slide 6 - Sleepvraag

Welke woord hoort niet bij 'la maison'?
A
la cuisine
B
le garage
C
la porte
D
le chien

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord hoort bij de foto?
A
le couloir
B
l'entrée
C
la fenêtre
D
l'escalier

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord hoort bij de foto?
A
la fenêtre
B
la porte
C
l'escalier
D
le jardin

Slide 9 - Quizvraag

Le jardin
La cuisine
La cave
Les escaliers
Le grenier
Le garage
Le salon
Le couloir
La salle de bains
Le toit
La chambre
La cheminée

Slide 10 - Sleepvraag

La cave
La chambre
la salle de bains
la cuisine
le jardin
le garage

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide

Une fenêtre
Une
chaise
Un
lit
une table
Un mur

Slide 13 - Sleepvraag

Liste de vocabulaire
Je maakt een woordenlijst van 25 woorden die te maken hebben met je huis. Noteer het Franse woord en zet de Nederlandse vertaling erachter. Let erop dat je de woorden met lidwoord noteert. 

Doe dit in Word of op een apart blaadje. Deze opdracht is onderdeel van de taak en moet worden ingeleverd.

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg taak 2

Slide 15 - Tekstslide

Evaluation
But: 
Ik ken een aantal woorden in het Frans die te maken hebben met mijn huis.


Slide 16 - Tekstslide

Devinettes
Je krijgt een aantal raadsels.
Het antwoord is steeds een kamer in het huis.
Antwoord in het Frans.

Slide 17 - Tekstslide

1: Je suis la salle où toute la famille peut dîner.

Slide 18 - Open vraag

2: Tu te douches ici.

Slide 19 - Open vraag

3: Je suis la pièce où tu prépares le dîner.

Slide 20 - Open vraag

4: Tu regardes la télévision ici.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide