6.1 & 6.2 Waarneming

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

6.1 & 6.2 Waarneming

Leerdoelen Zintuigen (6.1):

6.1.1 Je kunt de werking van zintuigen in relatie met het zenuwstelsel beschrijven.

6.1.2 Je kunt de reactie van een zintuig op een adequate prikkel beschrijven.

1. Stof 1
2. Stof 2
3. Stof 3
4. Stof 4

Leerdoelen het oog (6.2):

6.1.3 Je kunt de delen van het oog en hun functie beschrijven.

6.2.1 Je kunt de beeldvorming door ooglenzen beschrijven.

6.2.2 Je kunt de werking van de pupilreflex beschrijven.

6.2.3 Je kunt de bouw en werking van het netvlies beschrijven.

6.2.4 Je kunt toelichten hoe je diepte kunt zien.

Welk nummer is het glasachtig lichaam?

https:

00:41-00:46

Refraction = lichtbreking

01:03-01:08

Cornea = hoornvlies

Lens = lens

retina = netvlies

02:55-03:02

Bijziend                                                                 Verziend

Out of focus door

onregelmatige oogvorm

> 40 jaar; verlies van elasticiteit, armslengte voor dichtbij 

Welke uitspraak is waar?

1. Deze persoon is in een ruimte met veel licht. De pupil is blauw.
2. Deze persoon is in een ruimte met veel licht. De pupil is zwart.
3. Deze persoon is in een ruimte met weinig licht. De pupil is blauw.
4. Deze persoon is in een ruimte met weinig licht. De pupil is zwart.

Op dit opengesneden oog van een kalf is het tapetum lucidum te zien als de blauwe kleur

Het tapetum lucidum (Latijn voor 'lichtend tapijt') is een lichtreflecterende laag van cellen direct achter of soms in het netvlies (retina) die het oog in staat stelt beter te zien in het donker.

En wij dan?

Waarom zijn onze ogen rood bij flitslicht?

A. Waar komt de rode kleur vandaan?

B. Waarom is deze kleur zichtbaar bij flitslicht?

Waarom zijn onze ogen rood bij flitslicht?
A. Waar komt de rode kleur vandaan?
B. Waarom is deze kleur zichtbaar bij flitslicht?

1. A. De bloedvaatjes van het netvlies B. De pupil is wijd door het donker
2. A. De bloedvaatjes van het netvlies B. het licht van de flitser weerkaatst
3. A. De bloedvaatjes van het vaatvlies B. De pupil is wijd door het donker
4. A. De bloedvaatjes van het vaatvlies B. Het licht van de flitser weerkaatst

Bij welk nummer zitten de meeste kegeltjes?

Kleur

Grijs

Scherp

Geen details

1 op 1 neuron

50 op 1 neuron

gele vlek

Verspreid over netvlies

Lage prikkeldrempel

Hoge prikkeldrempel

Huiswerk

• Lees BS1 & BS2 in je boek
• Maak opgave 1 tm 31 uit je boek
• Maak test jezelf BS1 & BS2