6.1 en 6.2

Online les 
  • Camera aan, microfoon uit.
  • Wil je iets vragen/zeggen, dan zijn er 3 manieren:
  1. Stuur je vraag in de lessonup;
  2. Handje in teams;
  3. Wacht op een geschikt moment. 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Online les 
  • Camera aan, microfoon uit.
  • Wil je iets vragen/zeggen, dan zijn er 3 manieren:
  1. Stuur je vraag in de lessonup;
  2. Handje in teams;
  3. Wacht op een geschikt moment. 

Slide 1 - Tekstslide

6. Pluriforme samenleving
KGT
6.1 Leven tussen verschillende culturen
6.2 Hoe kijk je tegen anderen aan?

BB
4.1



Slide 2 - Tekstslide

Pluriforme samenleving

  • Samenleving van mensen met verschillende culturen en   leefstijlen 
  • Pluriform betekent veelvormig of veelkleurig

Slide 3 - Tekstslide

Cultuur
Definitie:
  • Alle waarden,  normen en gewoontes die mensen in een bepaalde groep met elkaar delen. 
  • Die groepen noemen we cultuurgroepen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is cultuur?
A
Het geheel aan gewoonten en (gedrags-)regels dat bij een volk/groep hoort.
B
Het verdelen van regels in belangrijk en onbelangrijk.
C
Normen en waarden die ik alleen heb.

Slide 5 - Quizvraag

Dominante cultuur
  • De normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land.

  • Bijvoorbeeld: de intocht van Sinterklaas of 's avonds rond zes uur warm eten, oliebollen met oud en nieuw.

  • Maar ook: Nederlands spreken, vrijheid van meningsuiting, directheid, op de fiets naar school.

Slide 6 - Tekstslide

Cultuur
De Nederlandse cultuur :
  • Waarden en Normen die voor de hele samenleving gelden
  • De Nederlandse cultuur is in ons land de dominante Cultuur
  • Dat betekent: 
  • Een cultuur die bij een heel land hoort

Slide 7 - Tekstslide

Wat hoort bij de Nederlandse cultuur?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Video

Subculturen
  • Een subcultuur is de cultuur van een kleine groep binnen de samenleving.

  • Subculturen hebben te maken met: geloof, muzieksmaak, werk, woonplaats en afkomst.

  • Je gedraagt je volgens de normen, waarden en gewoonten van de subcultuur.

  • Je hoort meestal bij meerdere subculturen.

Slide 10 - Tekstslide

(Sub-) culturen
Dit kan je onder andere onderscheiden op gebied van:
  • Etnisch (Afkomst, bv Marokaans)
  • Geloof (Katholiek, Islamitisch of Joods)
  • Woonplaats (Meterik)
  • Hobby (Handbal)
  • Leeftijd (Jongeren)
  • enz. enz. 

Slide 11 - Tekstslide

(Sub-) culturen
  • Je hoort bij een subcultuur, omdat je graag omgaat met mensen die op jou lijken! (groepsidentiteit)
  • Je kan bij meerdere subculturen horen!

Slide 12 - Tekstslide

Maar wat hoort er bij de Limburgse cultuur?

Slide 13 - Woordweb

Dominante cultuur
Subcultuur

Slide 14 - Sleepvraag

Vooroordelen
Zonder dat je iemand kent, heb je vaak meteen een beeld of oordeel. Als zo’n beeld niet op feiten is gebaseerd, noem je dat een vooroordeel.




Slide 15 - Tekstslide

Stereotype
Een vooroordeel dat niet op één persoon slaat, maar op een hele groep.


Bedenk twee stereotype beelden die bestaan over Nederlanders.

Slide 16 - Tekstslide

Bedenk twee stereotype beelden die bestaan over Nederlanders.

Slide 17 - Open vraag

Bedenk twee stereotype beelden die bestaan over Limburgers.

Slide 18 - Open vraag

Ongelijke behandeling
Dit kan een gevolg zijn van stereotypering en/of vooroordelen.

Discriminatie = Als je iemand in dezelfde situatie anders behandelt.

Discriminatie kan plaats vinden op basis van:
  • culturele achtergrond 
  • racisme = discriminatie op grond van iemands huidskleur. 
  • uiterlijk.
  • sekse (man of vrouw) of seksuele geaardheid.
  • seksisme: discriminatie op grond van iemands sekse.
  • leeftijd.



Slide 19 - Tekstslide

Respect en tolerantie
Tolerantie = Tolerant zijn betekent dat je er geen probleem mee hebt dat mensen anders zijn of andere normen en waarden hebben dan jij.

Respect = Een ander in zijn of haar waarde laten

  • Tolerantie heeft veel te maken met respect. Door tolerant te zijn, laat je zien dat je mensen die anders zijn respecteert.



Slide 20 - Tekstslide

Tolerantie
Dominante cultuur
Subcultuur
pluriforme samenleving
dat je er geen probleem mee hebt dat mensen anders zijn of andere normen en waarden hebben dan jij.

Slide 21 - Sleepvraag

Eind van de les
  • Volgende les --> migratie;
  • weer op school;
  • geen vragen meer--> mag je MS teams afsluiten 

Slide 22 - Tekstslide