§3 leven in kolonien

§3 Leven in kolonien
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

§3 Leven in kolonien

Slide 1 - Tekstslide



- Leven in de koloniën
Welke producten werden in
het cultuurstelsel verbouwd?
A
koffie, thee en indigo
B
specerijen, tabak en indigo
C
koffie, thee en specerijen
D
tabak, koffie en zout

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een "kolonie"?
A
Een gebied, waarin mieren worden gekweekt.
B
Een plaats, waar in de 15de eeuw zeerovers zich schuil hielden
C
Een overzees gebied, dat van een Europees land veroverd werd
D
Een verre land, waaruit kruiden geïmporteerd worden

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving van een kolonie?
Een kolonie is ...
A
een land dat zelf niet de baas is.
B
een land dat bestuurd word door een moederland.
C
een land dat een ander land bestuurd.
D
een land waarvan het bestuur in een ander land is.

Slide 4 - Quizvraag

Hoe werd Nederlands-Indië een kolonie van Nederland?
A
Nederland veroverde het van Groot-Brittannië
B
Het ontstond toen de VOC handelsposten langs de kust bouwde
C
Het werd tijdens het Congres van Wenen besloten
D
De staat nam de bezittingen over van de VOC

Slide 5 - Quizvraag

Nederlanders haalden …………….. uit Nederlands Indië
A
Olie
B
Sinaasappels
C
Rijst
D
Specerijen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is Nederlands-Indië precies?
A
Het is een land in Azië. Het is toevallig dat het land Nederlands-Indië heet, want het heeft eigenlijk niks met Nederland te maken
B
Het is een kolonie van Nederland. Een stukje land overzee. De Nederlanders hebben dit stuk land ooit overgenomen.
C
Het is een buurland van Nederland, vandaar dat het Nederlands-Indië heet.
D
Het is een eiland op de wereld waar veel Nederlanders wonen. Toen hebben de Indonesiërs het maar Nederlands-Indië genoemd.

Slide 7 - Quizvraag

Nederlands-Indië was een ... van Nederland
A
Vijand
B
Bondgenoot
C
Kolonie

Slide 8 - Quizvraag

In Nederlands-Indië was een direct bestuur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

In 1830 voerde koning Willem I in Nederlands-Indië het cultuurstelsel in.

Hoe werkt het cultuurstelsel?
A
Je mag je eigen stukje grond houden
B
Je moet 1/5 deel verplicht verbouwen voor de Nederlanders
C
Je moet specerijen verbouwen voor de Nederlanders
D
Je moet een handelsmonopolie opbouwen

Slide 10 - Quizvraag

Hoe werkt het cultuurstelsel
A
Je mag je eigen stukje grond houden
B
1/5 deel verplicht verbouwen voor de Nederlanders
C
Specerijen verbouwen voor de Nederlanders
D
handelsmonopolie opbouwen

Slide 11 - Quizvraag

Het cultuurstelsel werd alleen ingevoerd op?
A
Sumatra
B
Bali
C
Java
D
Molukken

Slide 12 - Quizvraag

Wat was een positief gevolg voor Java van het cultuurstelsel?
A
Ruilhandel
B
Geldeconomie

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het cultuurstelsel?
A
De inwoners van Indië krijgen geld van Nederland voor wegen.
B
De inwoners van Indië moeten een vijfde deel van de grond afstaan.
C
Nederland zorgt voor mooie schilderijen in Indië
D
Nederland zorgt voor koffie in Indië.

Slide 14 - Quizvraag

Het cultuurstelsel Nederland veel geld op.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer werd het cultuurstelsel afgeschaft?
A
1830
B
1870
C
1850
D
1890

Slide 16 - Quizvraag

Welk doel had het cultuurstelsel?
A
de welvaart van de Indonesische bevolking verbeteren
B
onderwijs voor de inheemse bevolking organiseren
C
hogere opbrengsten voor de Nederlandse schatkist
D
ondernemers meer winst laten maken in de kolonie

Slide 17 - Quizvraag

Het cultuurstelsel werd ingevoerd in
A
1750
B
1770
C
1800
D
1830

Slide 18 - Quizvraag

Wat werd er verbouwd voor het cultuurstelsel?
A
Koffie, suiker, tabak
B
Specerijen
C
Bananen
D
Aardappelen

Slide 19 - Quizvraag

Wie voerde het cultuurstelsel in?
A
Johannes van den Bosch
B
Jan Pieterszoon Coen
C
Generaal van Heutsz
D
Koning Willem II

Slide 20 - Quizvraag

Voor wie was het cultuurstelsel erg goed?
A
de boeren in de kolonie
B
de Nederlanders

Slide 21 - Quizvraag

Wat was het belangrijkste doel van het cultuurstelsel?
A
Cultuur brengen in Indonesië
B
Zorgen dat een vijfde deel van de grond voor Nederland gebruikt werd
C
De Indonesische bevolking landbouwtechnieken leren
D
De kolonie winstgevend maken

Slide 22 - Quizvraag

wie bedacht het cultuurstelsel?
A
Jan Pieterszoon Coen
B
Johannes van den Bosch
C
Multatuli
D
Mr. van Deventer

Slide 23 - Quizvraag

Wie was de belangrijkste bestuurder in het cultuurstelsel?
A
gouverneur-generaal
B
resident
C
dorpshoofd

Slide 24 - Quizvraag

Zet in de juiste chronologische volgorde
1
2
3
4
VOC opgericht
Cultuurstelsel ingevoerd
Nederlands-Indië een kolonie
De Houtman komt aan in Indië

Slide 25 - Sleepvraag

Welke woorden/plaatjes past bij het cultuurstelsel?
Cultuurstelsel
Atjeh
Oogst afstaan
Java
Oorlog

Slide 26 - Sleepvraag

1
4
2
3

Cultuurstelsel wordt grotendeels afgeschaft

Boeren in Indonesië worden uitgebuit
Ondernemers hebben kritiek
Cultuurstelsel wordt ingevoerd

Slide 27 - Sleepvraag

Cultuurstelsel 
Hoort niet bij cultuurstelsel
Boeren moesten pacht betalen 
Boeren moesten werken voor het Nederlandse bestuur
Er ontstonden hongersnoden waarbij duizenden Nederlanders stierven 
Boeren moesten producten verbouwen voor het Nederlandse bestuur
Regenten kwamen in opstand tegen de Nederlanders
De Nederlandse schatkist raakte goed gevuld 

Slide 28 - Sleepvraag