In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Introductie les H2 Stoffen
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
* Inhoud H2
* Wat weet je al?
* Leerdoelen par 1
* Quiz
* Uitleg par 1
* Aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
Inhoud H2
1. Stoffen in huis
2. Zuivere stoffen en mengsels
3. Massa en volume
4. Dichtheid
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je al
Maak in tweetallen de volgende opgaves:
2, 4, 5 en 10
timer
7:00
Slide 4 - Tekstslide
leerdoelen par 1
2.1.1 Je kunt vier stofeigenschappen noemen.
2.1.2 Je kunt stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen.
2.1.3 Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.
Slide 5 - Tekstslide
Welke stof lijkt niet op de andere stoffen?
A
alcohol
B
water
C
wasbenzine
D
spiritus
Slide 6 - Quizvraag
Welke stof kun je niet herkennen aan de kenmerkende geur?
A
water
B
chloor
C
wasbenzine
D
spiritus
Slide 7 - Quizvraag
chloor herken je aan de ...........
A
geur
B
kleur
C
smaak
D
brandbaarheid
Slide 8 - Quizvraag
Zout herken je aan de ........
A
geur
B
smaak
C
kleur
D
brandbaarheid
Slide 9 - Quizvraag
goud herken je aan de ......
A
brandbaarheid
B
smaak
C
geur
D
kleur
Slide 10 - Quizvraag
Welke stof herken je aan de brandbaarheid?
A
water
B
benzine
C
appelsap
D
motorolie
Slide 11 - Quizvraag
STOFEIGENSCHAPPEN
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Kun jij nog een aantal STOFEIGENSCHAPPEN noemen?
Slide 14 - Tekstslide
Stoffen en veiligheid
Een stof kan op meerdere manieren gevaarlijk zijn:
• als je de stof inademt;
• als je de stof inslikt;
• als je de stof op je kleren, op je huid of in je ogen krijgt;
• als je met vuur bij de stof komt;
• als je de stof mengt met een andere stof.
Slide 15 - Tekstslide
Stoffen en veiligheid
Stoffen die bij natuur- en scheikunde worden gebruikt, zijn soms schadelijk voor je gezondheid. Sommige van deze stoffen zijn zelfs giftig. Daarom mag je tijdens practicumlessen nooit stoffen proeven.
Slide 16 - Tekstslide
Aan de slag
Lees de tekst van paragraaf 1 eerst zelfstandig door. Maak daarna de volgende opgaves van paragraaf 1: