A2a LEZEN hfst. 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Herhaling lezen

A2a

Welkom

Programma vandaag

* lesdoel

* opdracht boekpromotie

* herhaling hfst. 4 lezen

* samenvatting maken stof proefwerkweek

* huiswerk + vooruitblik

* afsluiting

Lesdoel

Op het eind van deze les ken je het verschil tussen een feit en een mening.

Opdracht boekpromotie

Aanstaande maandag leesboek uit! 

HW opdracht doornemen.

Leesvaardigheid: 

Feiten, meningen en argumenten

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Wat is het verschil tussen feit, mening en argument?

• Feit kun je controleren op een  website of in een boek (let op betrouwbaarheid!)
  
• Mening is iets wat iemand vindt
• Wat is een argument? 
• Bij een mening komt vaak de reden waarom iemand iets vindt => dat is het argument

Schrijf een minitekstje van minimaal 4 zinnen met je mening (M) en een feit (F) . Bijv. over sport, vakantie, covid19,...

Verzin een argument dat daarbij hoort

• Ik vind wandelvakanties maar saai.
• Bij wandelvakanties ben je actief bezig.
• Mij lijkt snowboarden geweldig, omdat je dan enorm snel de afdaling maakt.

Signaalwoorden

• Mening / standpunt: 'ik vind', 'volgens mij', 'lijkt mij', 'mijns inziens', 'naar mijn mening'
• Argument: 'omdat', 'namelijk', 'want', 'immers' =>redengevende signaalwoorden
• Let op: soms wordt een mening als een feit verpakt! 
• "Het is natuurlijk duidelijk dat er in Nederland veel te veel jongeren met een mes rondlopen." 

Aan de slag

Maak een samenvatting van de stof voor de toetsweek (Lezen hfst. 3 en 4 + woordenlijst)

Op welke twee manieren kun je een samenvatting maken?

Huiswerk + vooruitblik

HW: afmaken samenvatting + doorlezen opdracht boekpromotie. Er is morgen gelegenheid om vragen te stellen. 

morgen: herhaling hfst. 1 t/m 4 LEZEN

Wat heb je vandaag opgestoken?

Deze vraag heb ik niet kunnen stellen in de les:

Bedankt 

voor de aandacht en tot morgen!