4TL 11.1 Eigenschappen en chromosomen les 1 en 2

Thema 11: Erfelijkheid
11.1   Eigenschappen/fenotype
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 11: Erfelijkheid
11.1   Eigenschappen/fenotype

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over het onderwerp erfelijkheid?
Erfelijkheid

Slide 2 - Woordweb

Begintaak
Noem minimaal 3 erfelijke eigenschappen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn erfelijke eigenschappen?
  • Eigenschappen zijn kenmerken.
  • Deze eigenschappen krijg je van ouders -> Erfelijke eigenschappen.
  • Erfelijke eigenschappen zien er bij iedereen anders uit. Dit noem je fenotype.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat erfelijke eigenschappen zijn en wat een fenotype is
  • Je kunt uitleggen waardoor het fenotype bepaald wordt
  • Je kunt uitleggen waar informatie voor je eigenschappen zit
  • Je kunt aan een chromosomenkaart zien of die van een jongen of een meisje is
  • Je kunt uitleggen wat een gen is en wat het genotype is

Slide 5 - Tekstslide

Verschillende fenotypen bij honden

Slide 6 - Tekstslide

Het fenotype kan veranderen 
Je uiterlijk blijft niet het hele leven hetzelfde. 

Fenotype kun je ook zelf veranderen. Denk maar eens aan haren verven, make-up en tatoeages.

Fenotype is niet alleen uiterlijk!


Slide 7 - Tekstslide

Aanleg
  • Van sommige eigenschappen weet je pas dat je ze hebt wanneer je ze gaat gebruiken. Je hebt dan aanleg geërfd.

  • Het fenotype is afhankelijk van de erfelijke eigenschappen en invloeden uit de omgeving.

Slide 8 - Tekstslide

Chromosomen
  • Bevinden zich in de celkern
  • Ze bestaan o.a uit DNA  = informatie erfelijke eigenschappen
  • Ze komen in paren voor (23 paren bij een mens)

Slide 9 - Tekstslide

Chromosomenkaart
  • Alle paren hebben een nummer
  • Paar 23: de geslachtschromosomen
  • XX = meisje
  • XY = jongen

Slide 10 - Tekstslide

Man XY                  vrouw   XX
  • Opgerold DNA
  • Komen voor in chromosomenparen (twee dezelfde chromosomen)
  • Mensen hebben 23 chromosomenparen (46 chromosomen)

Slide 11 - Tekstslide

Eigenschappen op chromosomen
  • Gen = een klein deel van een chromosoom 
  • Een gen bevat informatie voor 1 erfelijke eigenschap
  • 2 Genen voor één erfelijke eigenschap (want je hebt een paar chromosomen) 

Slide 12 - Tekstslide

Genotype
Het genotype is de verzameling eigenschappen van het individu dat is geërfd van de ouder of ouders. 

Genoom = chromosomen 
met genen van een organisme

Slide 13 - Tekstslide

Chromosomen van andere soorten

Slide 14 - Tekstslide

Maken en lezen:

Lezen blz 90 t/m 94
Maken opdracht 16 t/m 25 






De volgende les

11.2  
Chromosomen doorgeven




Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat erfelijke eigenschappen zijn en wat een fenotype is
  • Je kunt uitleggen waardoor het fenotype bepaald wordt
  • Je kunt uitleggen waar informatie voor je eigenschappen zit
  • Je kunt aan een chromosomenkaart zien of die van een jongen of een meisje is
  • Je kunt uitleggen wat een gen is en wat het genotype is

Slide 16 - Tekstslide

Maken en lezen:

Lezen blz 90 t/m 97
Maken opdracht 16 t/m 25
Maken opdracht 1 t/m 7





De volgende les

11.2  
Chromosomen doorgeven




Slide 17 - Tekstslide