Tracheazorg

Tracheostomie(zorg)
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Tracheostomie(zorg)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is het doel van tracheazorg?
A
Voorkomen luchtweg infecties.
B
Voorkomen huidirritatie.
C
Voorkomen wondjes.
D
Alle eerder genoemden zijn goed.

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Welk orgaan ligt vooraan in de hals (van buiten af gezien):
A
Slokdarm
B
Luchtpijp
C
Strottenhoofd
D
Stembanden

Slide 5 - Quizvraag

Tracheotomie:
Een tracheotomie is het maken van een snede in de hals voor het aanbrengen van een tracheacanule.
Na een tracheotomie is het strottenhoofd nog aanwezig.
Canule zorgt ervoor dat 
de gemaakte opening niet dichtklapt. 


Slide 6 - Tekstslide

Een tracheotomie kan tijdelijk zijn: bijv. na een beroerte, ernstige longontsteking, ongeval.
Of blijvend bijv. na keelkanker, aangeboren afwijkingen, ademhalingsmoeilijkheden bij spier- of zenuwziekten, langdurige coma.

Slide 7 - Tekstslide

Tijdelijk tracheostoma:
 Binnen- en een buitencanule. 
De buitencanule wordt op zijn plaats gehouden door een canulebandje om de hals.
De binnencanule mag verwijderd worden om deze te reinigen.
De buiten canule mag je niet zelf verwijderen.
Is de oorzaak van de ademnood verholpen dan kan de canule
weer worden verwijderd en groeit de opening weer vanzelf dicht.

Slide 8 - Tekstslide

Tijdelijk stoma:

Slide 9 - Tekstslide

Complicaties bij een tracheotomie:
  1. Eruit hoesten - dichtklappen luchtpijp - stikken.
  2.  Luchtemfyseem onder de huid - knisperend gevoel.
  3. Luchtweginfecties.


Slide 10 - Tekstslide

Definitief verwijderen stoma:
Bouw het gebruik van de tracheacanule geleidelijk af. 
Door afdoppen van de canule volgens afspraak (afdopschema). 
De frequentie en duur van het afdoppen worden geleidelijk opgevoerd, op geleide van benauwdheidsklachten en saturatie van de cliënt. De arts beslist wanneer de tracheacanule 
definitief verwijderd kan worden.

Slide 11 - Tekstslide

Na definitief verwijderen canule verwijderen - afplakken.
Zie learnbeat filmpje tracheacanule verwijderen en tracheostoma afplakken.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Laryngectomie:

Bij een laryngectomie is het strottenhoofd verwijderd, meestal
ten gevolge van een tumor hoofd/hals gebied/stembanden.
De slokdarm wordt weer hersteld. 
De luchtpijp wordt naar voren gebogen en gehecht in de huid boven het borstbeen, waardoor
een opening naar de hals ontstaat.
Luchtweg en voedselweg zijn permanent van elkaar gescheiden,
dit is niet meer terug te draaien - blijvend tracheostoma.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Verschillen laryngectomie:
- Totale laryngectomie neemt de chirurg het strottenhoofd en de stembanden volledig weg. Hierdoor moet je opnieuw leren praten, meestal met behulp van een spraakprothese en onder begeleiding van de logopediste.
- Partiële laryngectomie kunnen sommige delen, zoals de stembanden, bewaard worden. Zo wordt de stem gespaard.

Slide 16 - Tekstslide

Blijvend tracheostoma:
Ademen via neus en mond is niet meer mogelijk.
Direct na de operatie wordt vaak een (eendelig) canule geplaatst om krimpen van het stoma te voorkomen.
Als de wond is genezen is een canule meestal niet meer nodig.
Sommigen dragen alleen ’s nachts een canule om krimpen van het stoma tegen te gaan.
Wel wordt geadviseerd de canule regelmatig te passen om te zien of het
stoma niet geleidelijk aan krimpt.
Canule zelf verwijderen om deze te reinigen (ook een eventuele buitencanule).

Slide 17 - Tekstslide

Blijvend tracheostoma: 

Slide 18 - Tekstslide

Complicaties:
1. Luchtweginfecties.
2. Wondinfectie.
3. Nauwer worden stoma.

Slide 19 - Tekstslide

Tracheacanules:
Een canule is een kunststof of metalen buisje met of zonder cuff.
Cuff zorgt ervoor dat vocht niet direct in de longen komt.
Opening in hals rechtstreeks in trachea.
Door de canule vindt de ademhaling plaats.
Een en tweedelig systeem. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat kun je op een plaatje met cilinder plaatsen?
Beademingsapparatuur
Kunstneus
Spreekklepje

Slide 23 - Tekstslide

Cuff-drukmeter
 In de cuff moet een zodanige hoeveelheid lucht worden geblazen dat er geen inademingslucht langs de canule kan ontsnappen.
De hoeveelheid wisselt per zorgvrager. 
Met behulp van de cuff-drukmeter kun je 
controleren of de cuff (nog) voldoende gevuld is.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

MAG IEMAND MET EEN TRACHEOSTOMA OF TRACHEOTOMIE DOUCHEN?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Speciale pleister bij douchen:

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Complicatie taai slijm. Wat kun je doen?
A
1 a 2 keer druppelen met Nacl.
B
I.o.m arts starten met medicatie om het slijm dunner en makkelijker ophoestbaar te maken
C
Verhoog luchtvochtigheid in huis
D
Alle eerder genoemden zijn juist.

Slide 31 - Quizvraag

Complicatie veel helder en dun slijm
Dit kan door verkoudheid of te vaak druppelen met Nacl.

In overleg met arts stoppen met slijmverdunner. 
Verminder de hoeveelheid NaCl 0,9% met druppelen of druppel minder vaak.

Slide 32 - Tekstslide

Complicatie ophoesten van spoortjes bloed bij het slijm. Wat kun je doen?
A
De luchtpijp vaker bevochtigen
B
Leer goede hoesttechniek aan.
C
Bij blijvend bloedverlies overleg met arts.
D
Alle eerder genoemden zijn juist.

Slide 33 - Quizvraag

Complicatie kriebelhoest. Wat kun je doen?
Druppel 1 á 2 keer daags extra met NaCl 0,9% .
Verhoog de luchtvochtigheid in huis.

Slide 34 - Tekstslide

Complicatie roodheid van de huid onder de canule. Wat kun je doen?
A
Huid preventief beschermen met Cavilon of Duoderm Thin.
B
Een splitgaasje onder de canule doen, deze verschonen zodra deze vochtig is
C
Beide zijn juist.

Slide 35 - Quizvraag

Meer complicaties:
Obstructie in de canule waardoor benauwdheid optreedt: 
Door slijmprop of korst in de binnencanule.
Actie: De binnencanule eruit halen en schoonmaken.

Ophoesten van etensresten: 
Door verslikken of lekkend spraakknoopje.
Actie: Raadpleeg huisarts of KNO arts.


Slide 36 - Tekstslide

Vragen?

Slide 37 - Tekstslide

Uitzuigen mond en keelholte

Slide 38 - Tekstslide

Waarom zuigen we uit?

*Uitzuigen voorkomt dat slijm zich ophoopt in de luchtwegen en/ of in de tracheacanule.

*Ophoping van slijm in de luchtwegen belemmert de ademhaling en geeft risico op longontsteking.

Slide 39 - Tekstslide

Oppervlakkig en diep uitzuigen
*Met oppervlakkig uitzuigen wordt het slijm uit de neus-, mond-, en keelholte (bovenste
luchtwegen) verwijderd. 

*Met diep uitzuigen via de neus of mond wordt het slijm uit de trachea
en een deel van de onderste luchtwegen verwijderd.

Slide 40 - Tekstslide

Uitzuigen mond/keelholte
De drie belangrijkste regels bij het uitzuigen: 

1. Zorg voor een goede hygiëne en was vooraf je handen
2. Breng de zuigkatheter rustig in
3. Voorkom dat de katheter zich vastzuigt tegen luchtpijpwand. Dat voorkom je door de katheter niet-zuigend in te brengen.

Slide 41 - Tekstslide

Aandachtspunten uitzuigen
Voorkom dat er slijmvliesbeschadigingen ontstaan in de luchtpijp. Ga daarom heel voorzichtig te werk. 
• Zorg voor de gewenste houding van de patiënt.
• Let op kleur, hoeveelheid en consistentie van het slijm.
• Blijf de patiënt tijdens en na de uitzuigprocedure observeren op huidskleur, ademhaling en bewustzijn.
 • Na de uitzuigprocedure op de juiste manier aansluiten van de beademing,
• Observeer de patiënt en vergewis je ervan dat alles in orde is.

Slide 42 - Tekstslide

Complicaties uitzuigen

1 Bloedbijmenging
2 Lage saturatie
3 Lage tensie
4 Uitzuigen via de mond geeft een verhoogde kans op braken en aspiratie

Slide 43 - Tekstslide

vervolg complicaties......
5 Door veelvuldig hoesten is de luchtpijp beschadigd 
6 Luchtpijp is beschadigd bij inbrengen canule
7 Luchtweginfectie.


Slide 44 - Tekstslide

Contra indicaties uitzuigen
Zuig niet uit bij cliënten met:
-spataderen in de slokdarm (oesophagus varices);
-stollingsstoornissen;
-klachten van misselijkheid;
-kramp in de spieren van de luchtwegen (laryngospasmen).
Overleg met de arts wat de beste oplossing is. 

Slide 45 - Tekstslide

Waar moeten we als verpleegkundige rekening mee houden bij het uitzuigen?

*Wat zie je aan een patiënt/cliënt?
*Welke vitale functies hou je in de gaten?

Slide 46 - Tekstslide

Bradycardie
*Bij een klein aantal patiënten kan tijdens het uitzuigen een bradycardie optreden. 
*Bij een bradycardie vertraagt de hartslag naar lager dan 60 slagen per minuut. 
*Dit komt omdat bij het uitzuigen een van de hersenzenuwen geprikkeld wordt die zowel de luchtwegen als het hart bedienen. 
*Dit is normaal en heeft verder geen ernstige gevolgen. Mocht de patiënt tijdens het uitzuigen ‘wit’ wegtrekken of plotseling transpireren, voel en tel dan de pols.

Slide 47 - Tekstslide

Filmpje 9 Learnbeat: Tracheacanule uitzuigen.

Slide 48 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 49 - Woordweb