Blok 5 week 1 les 2 Doel: verkleinwoord met aatje, ootje, uutje en nkje
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 6
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Spelling
Blok 5 week 1 les 2 Doel: verkleinwoord met aatje, ootje, uutje en nkje
Slide 1 - Tekstslide
Bedenk politie woorden
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Video
au-woorden
Slide 4 - Woordweb
We oefenen met het klankgroepenwoord
1. het parapluutje
2. het leidinkje
Slide 5 - Tekstslide
Welke tijd?
ik heb gevraagd
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 6 - Quizvraag
Welke tijd?
vergeet jij?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 7 - Quizvraag
Welke tijd?
mijn moeder vroeg
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 8 - Quizvraag
Welke tijd?
ik reed
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 9 - Quizvraag
Welke tijd?
ik heb gereden
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 10 - Quizvraag
Wat is goed? Denk aan tegenwoordige of verleden tijd.
A
Omar verbind
B
Omar verbindt
Slide 11 - Quizvraag
Wat is goed? Denk aan tegenwoordige of verleden tijd.
A
Omar verbondt
B
Omar verbond
Slide 12 - Quizvraag
Klopt dit? Zij bidt- zij bad - zij heeft gebeden
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quizvraag
Noem 3 voegwoorden
Slide 14 - Open vraag
Instructie
Regel: Verkleinwoord met -aatje, -ootje, -uutje, -nkje
-het iglootje
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Oefendictee
Stappenplan 1. Luister naar het woord 2. Zeg het hardop na 3. Denk na, welke categorieën zitten erin? 4. Typ het woord in 5. Controleer het woord --> ga daarna verder, door op het pijltje te klikken