Spanningen voor de eerstewereldoorlog

Spanningen voor de eerste wereldoorlog
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

Spanningen voor de eerste wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

Inleiding
1. sleepvraag
2. Open vraag
3. Meerkeuze vragen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

1. Je kunt een verband leggen tussen het nationalisme en de situatie op de Balkan rond 1900.  
2. Je kunt uitleggen welke spanningen er in Europa tussen de grote landen waren en op welke manier deze konden leiden tot de Eerste wereldoorlog. 
3. Je kunt uitleggen hoe de rol van propaganda tijdens de Eerste wereldoorlog Beschrijven en analyseren hoe dit het publieke beeld van de oorlog beïnvloede. 
4. Je kunt beschrijven wat de verschillende oorzaken van de Eerste wereldoorlog herkennen en onderzoeken (Zoals nationalisme, militarisme, imperialisme). 
5. Je kunt uitleggen wat de politieke, sociale en economische gevolgen van de Eerste wereldoorlog hadden voor Europa. 

Slide 3 - Tekstslide

Nationalisme
Militarisme
Communisme
capitalisme
mensen waren trots op hun land en cultuur
Landen vergroten hun legers en macht ter voorbereiding op oorlog.







Rijkdom wordt gedeeld
mensen bezitten bedrijven en proberen zoveel mogelijk winst te maken

Slide 4 - Sleepvraag

Bronmateriaal
Bij geschiedenisvragen kan je 2 soorten bronnen krijgen. 
1. Tekstbronnen: (dag)boeken, (getuigen)verslagen, interviews etc.

2. Beeldbronnen: schilderijen, afbeeldingen, spotprenten etc.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit
Leg uit waarom deze bron past bij de opkomst van het nationalisme.

Slide 6 - Open vraag


 Welke gebeurtenis droeg niet bij aan de spanning voor de eerste Wereldoorlog?
A
Moord op aartshertog Frans Ferdinand
B
De Russische revolutie
C
Bondgenootschappen
D
De Balkancrisis

Slide 7 - Quizvraag


Welke alliantie zorgde voor toenemende spanningen in Europa vlak voor de Eerste Wereldoorlog?
A
De Triple Entente (Frankrijk, Rusland, Groot-Brittannië)
B
Het Warschaupact
C
NAVO
D
De Verenigde Naties

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

op welke 2 dingen haalde Duitsland op economisch gebied groot-Brittanië in?
A
auto-industrie
B
papier-industrie
C
machine-industrie
D
handel

Slide 10 - Quizvraag

welk woord heeft niets te maken met militarisme
A
soldaat
B
volkslied
C
uniform
D
medailles

Slide 11 - Quizvraag

De eerste wereldoorlog duurde van...
A
1914-1918
B
1914-1920
C
1914-1919
D
1912-1919

Slide 12 - Quizvraag

In 1914 kwamen veel Europese landen met elkaar in oorlog. wat is daarvan geen oorzaak?
A
opkomst van Hitler
B
Militarisme
C
Nationalisme
D
bondgenootschappen

Slide 13 - Quizvraag

Deze 4 woorden betekenen 1 woord. Welk woord word er bedoeld?
Vrienden - Helpen - Landen - oorlog

Slide 14 - Open vraag

Europe was erg veranderd in de 19de eeuw.
- Er waren nieuwe communicatie middelen
- Bevolking in Europa was gegroeit
- Steden waren gegroeid
- Snellere transportmiddelen
De samenleving rond 1900

Slide 15 - Tekstslide