H2.3 les 8 Lezen moeilijke woordenwijzer tekstverband

H2.3 Lezen
woensdag 8 januari '25
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2.3 Lezen
woensdag 8 januari '25

Slide 1 - Tekstslide

LESDOELEN:

  • IK KAN DE MOEILIJKEWOORDENWIJZER TOEPASSEN 
  • IK KAN DE VERSCHILLENDE SOORTEN 'TEKSTVERBAND' AANGEVEN

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • quiz / lesson up
  • moeilijkewoordenwijzer en tekstverband
  • werken aan opdrachten 14 & 15

Slide 3 - Tekstslide

Wat is géén strategie om de betekenis van een moeilijk woord in de tekst te achterhalen?
A
zoeken in de context van de tekst
B
een synoniem
C
woordenboek
D
een antoniem

Slide 4 - Quizvraag

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden 'daarnaast' en 'verder'?
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent 'de context' in een tekst?
A
De uitleg van een woord
B
De tekst rondom een woord
C
Een samenvatting van de tekst
D
De auteur van de tekst

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de laatste stap van de moeilijkewoordenwijzer?
A
De betekenis proberen te raden.
B
Woordenboek of aan iemand vragen.
C
Je afvragen of het woord belangrijk genoeg is.
D
Kijken of er een uitleg in de tekst staat.

Slide 7 - Quizvraag



Feit of mening?

A
Dit is een mening
B
Dit is een feit

Slide 8 - Quizvraag

Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'intussen' ?
A
opsomming
B
voorbeeld
C
tegenstellend
D
tijdsvolgorde

Slide 9 - Quizvraag

Feit en mening,
wat is waar?
A
Een mening kun je altijd bewijzen.
B
Een feit kan worden gecontroleerd.
C
Als iedereen dezelfde mening heeft, is het een feit.
D
In de geschiedenis zijn geen feiten, omdat iedereen zijn eigen verhaal heeft.

Slide 10 - Quizvraag

Je moet dit zien in de context van de jaren '90.


Wat betekent 'context' in deze zin?
A
Doodsvrees
B
Samenhang
C
Tegenstelling
D
Korting

Slide 11 - Quizvraag

Hoe kun je de betekenis van een moeilijk woord in de tekst achterhalen?
A
Zoeken naar een synoniem in de tekst
B
Zoeken naar een samenstelling in de tekst
C
Letten op bekende woorddelen

Slide 12 - Quizvraag


 Wat is GEEN voorbeeld van een  
 tekstverband?
A
opsomming
B
tegenstellend
C
tijdsvolgorde
D
oorzaak-gevolg

Slide 13 - Quizvraag

Moeilijkewoordenwijzer
Moeilijkewoordenwijzer

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

OPDRACHTEN MAKEN/HUISWERK

H2.3 Lezen
Maken in je schrift: 14 & 15

Leren: leertekst  'moeilijkewoordenwijzer' en  'tekstverband' 

Slide 17 - Tekstslide