In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Tekstsoorten en tekstdoelen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
Weet je welke tekstdoelen er zijn
Weet je welke tekstsoorten er zijn
Kun je tekstdoelen en tekstsoorten herkennen
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Tekstsoorten
Er zijn verschillende soorten teksten. Deze zijn ingedeeld in vijf hoofdcategorieën:
Informatieve teksten (informatie geven)
Betogende teksten (mening geven)
Amuserende teksten (vermaken)
Activerende teksten (aanzetten tot actie)
Opiniërende teksten (mening laten vormen)
Slide 4 - Tekstslide
Informatieve teksten
Informerende teksten geven geen oordeel over de inhoud. Ze presenteren de feiten zonder poespas. Ze zijn dus objectief en leggen iets uit.
We zien dit terug in encyclopedieën, nieuwsberichten, schoolboeken, recepten, notulen en gebruiksaanwijzingen.
Objectief
Slide 5 - Tekstslide
Betogende teksten
Schrijver probeert de lezer te overtuigen van zijn mening en probeert de lezer zijn mening over te laten nemen. De schrijver zoekt dus medestanders.
Je ziet dit in betogen, recensies, ingezonden stukken en in columns
Subjectief
Slide 6 - Tekstslide
Amuserende teksten
Amuserende teksten willen de lezer vermaken. Het verhaal hoeft dus niet serieus of waar te zijn, zolang de lezer het maar leuk vind om te lezen.
Boeken/roman, sprookjes, gedichten en andere verzonnen verhalen.
Objectief/subjectief of verzonnen
Slide 7 - Tekstslide
Activerende teksten
Activerende teksten hebben als doel om de lezer aan te zetten om iets te doen.
Je ziet dit terug in betogen , ingezonden stukken, columns, maar bijvoorbeeld ook in reclames. Daar word je immers aangezet tot het kopen van een product.
Slide 8 - Tekstslide
Opiniërende teksten
Opiniërende teksten zijn bedoeld om de lezer een mening te laten vormen en aan het denken te zetten.
De schrijver geeft zelf niet heel duidelijk zijn persoonlijke mening, maar laat wel merken dat er over het onderwerp nagedacht/gediscussieerd moet worden.
Opiniërende teksten zijn beschouwingen, ingezonden brieven en columns.
Argumenten zijn objectief wanneer ze feitelijk zijn en subjectief wanneer ze een mening, een gevoel, een vermoeden of een waardeoordeel bevatten.
Subjectieve argumenten worden ook wel waarderende argumenten genoemd.
Objectieve (feitelijke) argumenten kun je altijd controleren op hun juistheid.
Slide 10 - Tekstslide
In een opiniërende tekst mag je helemaal je eigen mening verkondigen. Hij is er zelfs speciaal voor bedoeld. Je moet je mening wel kunnen onderbouwen met argumenten en daarom moet je bij uitgebreide stukken zeker beschikken over de nodige kennis.
Jouw lezer weet in ieder geval na afloop genoeg om zich een mening te kunnen vormen. Voor jou persoonlijk maakt die mening niet zo heel veel verschil. Jij wilt mensen hoogstens aan het denken zetten of helpen een goede keuze te maken.
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeelden van dit soort teksten zijn:
een film- of boekrecensie
een vaste column in een krant
een discussiestuk voor een vergadering
een hotelbeoordeling op booking.com
een tweet als reactie op een televisieprogramma
Slide 12 - Tekstslide
Tekstdoelen
Schrijvers van teksten hebben altijd een doel voor ogen. Ze vragen zich bij het schrijven altijd af wat ze willen bereiken.
In totaal zijn er vijf tekstdoelen:
Informeren
Overtuigen/betogen
Activeren
Amuseren
Opiniëren/beschouwen
Slide 13 - Tekstslide
uiteenzetting
betoog
schoolboektekst
recensie
roman
beschouwing
gedicht
ingezonden brief
Informeren
Opiniëren
Amuseren
Overtuigen
Slide 14 - Sleepvraag
Zet de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
Informeren
Betogend
Activeren
Krantenartikel over de overstroming in Bolivia.
Brief van de dierenarts met informatie om je kat te laten chippen.
Een oproep op een website om te gaan protesteren.
Artikel op website Voedingswijzer om elke dag fruit en groente te eten.
Folder over verschillende workshops in het buurthuis.