3.3: Geloven en weten

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

3.3: Geloven en weten

Deze les: 

• Bespreken opdrachten uit het huiswerk
• afsluiting 3.2: dit heb je geleerd.
• 3.3: De Griekse godsdienst
• 3.3: culturele eenheid
• aan de slag met opdrachten.

Aan het einde van deze les:

... kun je uitleggen wat voor soort godsdienst de Grieken hadden en hoe de Grieken hun goden vereerden.

... kun je uitleggen dat de Grieken een culturele eenheid waren.

... kun je in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen:  orakel en tempel betekenen.

... kun je de drie verschillende soorten verhalen die in deze paragraaf besproken worden noemen en uitleggen.

Bespreken huiswerk

3a.Welk kenmerk van de monarchie noemde Otanes?
b. Welk standpunt had Otanes over de monarchie? Leg je antwoord uit

d. Over welke bestuursvorm gaat de bron?
e.Welk standpunt had Plato over deze bestuursvorm? Leg je antwoord uit.

5a. Noem een overeenkomst en een verschil tussen Dionysius en een tegenwoordige tiran.

7a. Leg met een beeldelement uit of de uitspraak juist is. Uitspraak: Afbeelding 17 gaat over de volksvergadering.

7b. Gebruik bron 11.
Voor welke bestuursvorm was Pericles en tegen welke? Onderstreep een zin waaruit dat blijkt.

7c.Gebruik bron 12.
Op welk risico van de democratie wees Plato

7d. Gebruik bron 13.
Leg uit welk standpunt Zeno had over de onafhankelijkheid van de Griekse stadstaten.

Afsluiting 3.2: Het bestuur van de stadstaat

In deze paragraaf heb je geleerd: 

• Hoe onderdanen werden bestuurd in een monarchie en een aristocratie
  
• Kenmerken van het bestuur van een tiran
  
• Hoe atheense burgers zichzelf bestuurden 

3.3: Geloven en maken

in deze paragraaf leer je:

• hoe belangrijk goden waren in het leven van de Grieken.
  
• welke culturele eenheid er was onder de Grieken.
  
• In deze paragraaf leer je hoe Griekse wetenschappers gingen onderzoeken.
  
• hoe Griekse wetenschappers gingen denken.
  
• Kenmerkend aspect: burgerschap en wetenschappelijk denken in de Griekste stadstaat

Goden en Mensen

De Grieken hadden Polytheistische godsdienst. Net als de Egyptenaren geloofden de Grieken in meerdere goden. 

Voor elk (natuurs)verschijnsel was een god

Poseidon --> God van de zee

Aphrodite --> Godin van de liefde 

Goden en mensen:

Om de goden tevreden te houden bouwden de Grieken tempels en organiseerden ze sportwedstrijden. Ook vroegen de Grieken vaak advies aan de goden in een Orakel

Tempels en orakels

Orakel: plaats waar je de goden om advies kunt vragen.

tempel: gebouw waar je de goden kunt vereren. (bijv. door te offeren op het altaar)

Soorten verhalen:

• Mythen: verhalen over goden.
• Legenden:  Wonderlijk verhaal, vaak over een held.
• Sagen: Heldenverhaal

Culturele Eenheid

De Grieken vonden zichzelf heel wat. Andere culturen die geen Grieks sprak werden barbaren genoemd. 

Ook al waren de Griekse stadstaten onafhankelijk en verschillend, de Grieken voelden zich toch één volk. 

Ze spraken dezelfde taal, aanbeden dezelfde goden en hadden hetzelfde schrift. 

Aan de slag:

Lees de theorie van de paragraaf en maak de opdrachten.

Je mag hier de volgende les ook nog aan werken.