Bijv. "Vanochtend, toen ik in de auto zat onderweg hiernaartoe, viel mij oog op ..........
Slide 5 - Tekstslide
IJsbreker
Is een aanloop naar inleiding, wel aanknopingspunt
Slide 6 - Tekstslide
Inleiding
Vertel wat je gaat vertellen (en waarom). Hierbij wordt je boodschap/je doel, al direct helder!
Geef aan hoe lang de presentatie zal duren.
Slide 7 - Tekstslide
Kern (Romp)
Vertel de inhoud van je presentatie.
Slide 8 - Tekstslide
Slot (Afsluiting)
Vat je presentatie kort samen. Aan het eind van je presentatie geef je een conclusie.
Slide 9 - Tekstslide
Slot (Afsluiting)
Het is bekend dat het begin en einde van een presentatie het best worden onthouden.
(Geef je publiek een boodschap mee. Wat ze makkelijk door kunnen vertellen.)
Slide 10 - Tekstslide
Na de afsluiting
Na de afsluiting doe je een stapje terug. Je stapt letterlijk uit je verhaal. Het publiek weet nu dat het afgelopen is (en geeft bijna automatisch applaus).