Structuur van je presentatie

Structuur van je presentatie
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Structuur van je presentatie

Slide 1 - Tekstslide

5 onderdelen

Slide 2 - Tekstslide

5 onderdelen
1. De ijsbreker
2. De inleiding
3. Het verhaal
4. De samenvatting
5. De afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

IJsbreker
Een grapje
Een anekdote
Een recente gebeurtenis
Een quote

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld ijsbreker
Bijv. "Vanochtend, toen ik in de auto zat onderweg hiernaartoe, viel mij oog op ..........

Slide 5 - Tekstslide

IJsbreker
Is een aanloop naar inleiding, wel aanknopingspunt

Slide 6 - Tekstslide

Inleiding
Vertel wat je gaat vertellen (en waarom). Hierbij wordt je boodschap/je doel, al direct helder!
Geef aan hoe lang de presentatie zal duren.

Slide 7 - Tekstslide

Kern (Romp)
Vertel de inhoud van je presentatie.

Slide 8 - Tekstslide

Slot (Afsluiting)
Vat je presentatie kort samen. Aan het eind van je presentatie geef je een conclusie.

Slide 9 - Tekstslide

Slot (Afsluiting)
Het is bekend dat het begin en einde van een presentatie het best worden onthouden.
(Geef je publiek een boodschap mee. Wat ze makkelijk door kunnen vertellen.)

Slide 10 - Tekstslide

Na de afsluiting
Na de afsluiting doe je een stapje terug. Je stapt letterlijk uit je verhaal. Het publiek weet nu dat het afgelopen is (en geeft bijna automatisch applaus).

Slide 11 - Tekstslide