9.1 De huid
1 / 20
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de taak/taken van de huid?
Vul in op je wisbordje
Vul in op je wisbordje
Slide 3 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Sleep de huid laag naar de juiste plaats
Onderhuids bindweefsel
Lederhuid
Hoornlaag
Kiemlaag
Slide 7 - Sleepvraag
• Je huid beschermt tegen uitdroging, de zon, vuil en ziekteverwekkers.
• Je huid speelt een belangrijke rol bij de temperatuurregeling.
• Je huid is een zintuig en geeft informatie uit de omgeving door aan de hersenen.
Slide 8 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Video
Deze slide heeft geen instructies
0
Slide 13 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Volgorde =
2 huidcel wordt kankercel3 kankercel deelt zich tot tumor
1 tumorcellen vormen uitzaaiingen
Slide 15 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Waar liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Uit welke lagen bestaat de huid?
A
Opperhuid, Kiemlaag, Hoornlaag
B
Hoornlaag, Kiemlaag, Lederhuid
C
Lederhuid, Onderhuidsbindweefsel, Kiemlaag
D
Opperhuid, Lederhuid, Onderhuids bindweefsel
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Frank heeft te lang in de zon gezeten en zijn huid is rood geworden. Na een paar dagen zijn er losse 'velletjes' op zijn huid te zien. Tot welk deel van het lichaam behoren de 'velletjes?'
A
de hoornlaag
B
de kiemlaag
C
de lederhuid
D
onderhuidsbindweefsel
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Max heeft een lichte huid, ook heeft hij sproeten. Wat kun je zeggen over zijn opperhuid?
A
Hij heeft weinig pigment
B
Hij heeft een dunne opperhuid
C
Hij verbrandt snel in de zon
D
Zowel A, B als C
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
