Proeftoets Havo 2 Blok 3
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welk voorzetsel hoort bij het werkwoord verlangen?
Slide 2 - Open vraag
Steven is erg geïnteresseerd in milieuproblematiek.
Haal het voorzetselvoorwerp uit deze zin.
A
geïnteresseerd in milieuproblematiek
B
in milieuproblematiek
C
is geïnteresseerd in
D
is geïnteresseerd in mileuproblematiek
Slide 3 - Quizvraag
Van harte gefeliciteerd met je verjaardag!
Haal het voorzetselvoorwerp uit deze zin.
Haal het voorzetselvoorwerp uit deze zin.
A
Van harte gefeliciteerd
B
Van, met
C
Van harte gefeliciteerd met
D
met je verjaardag!
Slide 4 - Quizvraag
De klas klaagt over de hoeveelheid huiswerk.
Haal het voorzetselvoorwerp uit deze zin.
Haal het voorzetselvoorwerp uit deze zin.
A
over de hoeveelheid huiswerk
B
De klas klaagt over
C
klaagt over
D
over
Slide 5 - Quizvraag
Lees de twee zinnen hieronder. Benoem de onderstreepte zinsdelen.
1 Lieke vist naar een complimentje.
2 Ik ga vissen naar zalm in Noorwegen.
Slide 6 - Open vraag
Ik ben naar huis gelopen.
Het laatste werkwoord is een:
Het laatste werkwoord is een:
A
koppelwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
hulpwerkwoord
Slide 7 - Quizvraag
Wij vinden als … dat de lessen later zouden moeten beginnen
A
enigen
B
enige
Slide 8 - Quizvraag
Dat boek van jou lijkt me erg goed.
lijkt = ...
lijkt = ...
A
hulpwerkwoord
B
koppelwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord
Slide 9 - Quizvraag
Meneer Reitsma blijft altijd geduldig.
blijft = ...
blijft = ...
A
hulpwerkwoord
B
koppelwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord
Slide 10 - Quizvraag
Jacob is een oplettende leerling.
is =
is =
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord
Slide 11 - Quizvraag
Ineke gaat naar de stad.
gaat = ?
gaat = ?
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
Slide 12 - Quizvraag
Noteer van elk woord de juiste meervoudsvorm.
1 de reeks - de …
2 de kievit - de …
3 de schroef - de …
1 de reeks - de …
2 de kievit - de …
3 de schroef - de …
A
reeksen , kievitten, schroeven
B
reeksen, kieviten, schroeven
C
reeksen, kieviten, schroefen
D
reeksen, kievitten, schroefen
Slide 13 - Quizvraag
Noteer van elk woord de juiste meervoudsvorm.
1. de spray - de …
2. de kaars - de …
3. de industrie - de …
1. de spray - de …
2. de kaars - de …
3. de industrie - de …
A
sprays, de kaarsen, industrieën
B
spray's, kaarsen, industriën
C
sprays, kaarzen, industrieën
D
spray's, kaarsen, industrieën
Slide 14 - Quizvraag
Kies telkens de juiste schrijfwijze.
1 De twee artsen geven … een andere diagnose.
1 De twee artsen geven … een andere diagnose.
A
beiden
B
beide
Slide 15 - Quizvraag
Kies telkens de juiste schrijfwijze.
Volgens de vakjury hadden … goed hun best gedaan om goed voor de dag te
komen.
Volgens de vakjury hadden … goed hun best gedaan om goed voor de dag te
komen.
A
vele
B
velen
Slide 16 - Quizvraag
Kies telkens de juiste schrijfwijze.
Veel mensen waren enthousiast, maar … liepen toch te klagen.
Veel mensen waren enthousiast, maar … liepen toch te klagen.
A
enkele
B
enkelen
Slide 17 - Quizvraag
Noteer de betekenis van het onderstreepte woord.
1 De gemeente is na lang onderhandelen tot een overeenkomst gekomen met
de café-eigenaar.
2 De volleyballers staan niet in de finale, maar zijn desondanks tevreden over
hun prestatie.
Slide 18 - Open vraag
. Kies telkens het juiste woord.
1 … vragen zich af hoe laat de voorstelling begint.
A Hun
B Zij
1 … vragen zich af hoe laat de voorstelling begint.
A Hun
B Zij
A
Hun
B
Zij
Slide 19 - Quizvraag
Kies telkens het juiste woord.
Het is niet mogelijk klachten in te dienen, … u onderstaand formulier gebruikt.
Het is niet mogelijk klachten in te dienen, … u onderstaand formulier gebruikt.
A
mits
B
tenzij
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een alineaverband?
Slide 21 - Open vraag
Uit deze onderzoeken blijkt onder andere dat niet alleen het eten of drinken van iets kouds kan leiden tot de hoofdpijn, maar dat de snelheid waarmee je iets eet of drinkt ook een grote rol speelt.
In deze alinea staat het woord : maar.
Welk verband geeft dit signaalwoord aan?
In deze alinea staat het woord : maar.
Welk verband geeft dit signaalwoord aan?
A
opsomming
B
voorbeeld
C
tegenstelling
Slide 22 - Quizvraag
Bij roggebroodproducent Bolletje gaat dat als volgt: de ingrediënten: gebroken roggekorrels, water, zout en melkzuur worden gemengd en in een blik gespoten. Vervolgens moet het deeg twee uur rusten. Daarna gaat het roggebrood-in-wording de oven in.
In alinea 2 staan signaalwoorden voor het verband uitspraak – opsomming.
1 Noteer deze signaalwoorden.
A
als, vervolgens
B
vervolgens, daarna
C
als, daarna
D
Bij, vervolgens
Slide 23 - Quizvraag
In alinea 3 staat een signaalwoord voor het verband uitspraak – voorbeeld.
Noteer de uitspraak en het voorbeeld.
Het wordt meestal in zeven tot twaalf uur op lage temperatuur gebakken. Zo wordt het hele brood, ook de binnenkant, helemaal gaar. Dan moet het brood opnieuw rusten, dit keer een hele dag, voordat het wordt gesneden, verpakt en gepasteuriseerd om het lang houdbaar te maken. Hiervoor worden de pakjes verhit tot 80 graden Celsius. Als die zijn afgekoeld, gaan ze in dozen en zijn ze klaar voor transport naar de winkel.
Noteer de uitspraak en het voorbeeld.
Het wordt meestal in zeven tot twaalf uur op lage temperatuur gebakken. Zo wordt het hele brood, ook de binnenkant, helemaal gaar. Dan moet het brood opnieuw rusten, dit keer een hele dag, voordat het wordt gesneden, verpakt en gepasteuriseerd om het lang houdbaar te maken. Hiervoor worden de pakjes verhit tot 80 graden Celsius. Als die zijn afgekoeld, gaan ze in dozen en zijn ze klaar voor transport naar de winkel.
A
Uitspraak: zin 1
Voorbeeld : zin 2
B
Uitspraak: zin 2
Voorbeeld : zin 3
C
Uitspraak : zin 1
Voorbeeld: zin 5
D
Uitspraak : zin 1
Voorbeeld : zin 4
Slide 24 - Quizvraag
Roggebrood is een typisch Oudhollands product. Het wordt vaak gegeten bij erwtensoep, het liefst met een plak katenspek erop. Het maken van roggebrood is een tijdrovende klus; het hele proces duurt enkele dagen.
Noteer de kernzin
Noteer de kernzin
