22/23 GL/KB Les 9 september

8. September
Hausaufgaben besprechen ET
Grammatic --> Feesttenten, Cheerleader


Lernziel; Am Ende kannst du:
- Einteilung von der Urlaubskarte auflisten
- Feesttenten en Cheerleader werkwoorden vervoegen
- haben en sein enkelvoud vervoegd opnoemen



1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

8. September
Hausaufgaben besprechen ET
Grammatic --> Feesttenten, Cheerleader


Lernziel; Am Ende kannst du:
- Einteilung von der Urlaubskarte auflisten
- Feesttenten en Cheerleader werkwoorden vervoegen
- haben en sein enkelvoud vervoegd opnoemen



Slide 1 - Tekstslide

Informelles schreiben
Was sind die Regel? Liste alles auf

Slide 2 - Tekstslide

Liste alle Regel von informellem Schreiben

Slide 3 - Open vraag

Hausaufgaben besprechen
ET: Aufgaben 11,12,13 und 15
4E --> ET Aufgabe 16 einheben (inleveren)

Slide 4 - Tekstslide

Verschil in tijd
Wir besuchen heute Mittage ein Museum.
Wir waren heute Morgen in einem Museum.
Wir haben heute Morgen ein Museum besucht.

Das Wetter war sehr gut
Das Wetter ist sehr gut



Slide 5 - Tekstslide

Kiezen van tijd
Is de opdracht je bent op vakantie geweest?
- gebruik dan voltooide tijd
- gebruik verleden tijd
Ben je nog op vakantie?
- gebruik tegenwoordige tijd
- en beetje voltooide tijd

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Ich bin im Urlaub in Frankreich gewesen.
Das Wetter war gut.

Ich bin im Urlaub in Frankreich
Das Wetter ist gut. Die Sonne scheint den ganzen Tag.

Slide 7 - Tekstslide

Globale volgorde van schrijven
Alinea 1: welzijn, met wie je op vakantie bent, waar je op vakantie bent.
Alinea 2:  wat het weer is, wat je hebt gedaan.
Alinea 3:  voorstellen wanneer je elkaar ziet + slotzin

Slide 8 - Tekstslide

Grammatic regelmatige ww
Regelmatige werkwoorden --> ezelsbruggetje = Feesttenten
Wat wordt er mee bedoeld?

Praktikum Aufgabe (5 minuten)
Ihr bekommt allen ein Farbeblatt (gekleurd papier)
Sucht die gleiche Farbe
Schreibt mit einander die Personen + Feesttenten auf

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdregel (feesttenten)
FE-
ich
spiele
du
spielst
er / sie / es
spielt
wir
spielen
ihr
spielt
sie / Sie
spielen

Slide 10 - Tekstslide

uitgang bij regelmatige werkwoord

ich = stam +
A
e
B
st
C
t
D
en

Slide 11 - Quizvraag

uitgang bij regelmatige werkwoord

du = stam +
A
e
B
st
C
t
D
en

Slide 12 - Quizvraag

uitgang bij regelmatige werkwoord

ihr = stam +
A
e
B
st
C
t
D
en

Slide 13 - Quizvraag

uitgang bij regelmatige werkwoord

Sie = stam +
A
e
B
st
C
t
D
en

Slide 14 - Quizvraag

uitgang bij regelmatige werkwoord

er = stam +
A
e
B
st
C
t
D
en

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het ezelsbruggetje voor het regelmatige werkwoord?
A
IJstent
B
Eettent
C
Feesttenten
D
zirkus

Slide 16 - Quizvraag

uitgang bij regelmatige werkwoord

wir = stam +
A
e
B
st
C
t
D
en

Slide 17 - Quizvraag

Hoe bepaal je de stam van een werkwoord?
A
Door het werkwoord in twee te delen
B
Door -en toe te voegen
C
Door -en eraf te halen
D
Door de ik-vorm te maken

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord is een hulpmiddel voor de uitgangen bij regelmatige werkwoorden?
A
Feesttent
B
Feestent
C
Feesttenten
D
Feesttentje

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Regelmatige ww: cheerleader
Regelmatige werkwoorden --> ezelsbruggetje 
eindigt de stam op een D of een T dan krijg je een extra E




Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Vervoegen
finden
reden
In hetzelfde groepje (5 min)

Slide 23 - Tekstslide

Hausaufgaben
Neue Blätter
Huiswerk 4E: donderdag 15 september
Huiswerk 4C/4D vrijdag 16 september

Slide 24 - Tekstslide